Een tijdloos, nagelbijtend en sfeervol geschreven misdaadverhaal
Het gouden ei (1984) van Tim Krabbé en De brandstichter (1935) van Egon Hostovský (Tsjechoslowakije, 1908-1973) zijn twee spannende boeken die ik, na lange tijd uit het genre te zijn geweest, na elkaar heb gelezen. Beide verhalen mogen dan veel korter zijn dan de meeste misdaadromans van tegenwoordig, fascinerend en uitstekend geschreven zijn ze alle twee. Een heerlijke opbouw, wisselende standpunten, de steeds stijlvol geschreven scènes, de psychologie en de uitgewerkte personages hebben ze gemeen. De verhalen zijn wel volledig anders.
Dat eerste boekje had ik al langer staan, en n.a.v. de restauratie van de verfilming ervan, Spoorloos, die net is uitgekomen, heb ik het uiteindelijk vastgenomen en bijna in één ruk uitgelezen. Overigens is Spoorloos één van de weinige films waarover ik zal zeggen dat ik die nog beter vond dan het boek. Nog altijd heb ik spijt uit de filmzaal te zijn gegaan vooraleer toenmalig hoofdrolspeler en geweldig acteur Gène Bervoets aan zijn verhalen kon beginnen na de avant-première die ik meemaakte; deze man wat kennende ging het echter gewoon te laat worden.
Stop!
Nu over Egon Hostovský en De Brandstichter, een boek dat de
schrijver de Tsjechoslowaakse Staatsprijs voor de Literatuur opleverde. Het
schetst dan ook perfect een dorpje uit Oost-Bohemen, de regio waarvan Hostovský
zelf stamt. In Zbecnóv in 1935 runt
Josef Simon zijn herberg en café De Zilveren Duif. Josef wordt gerespecteerd
door zijn optreden bij het bonte allegaartje van stamgasten, die hem af en toe
het leven erg zuur kunnen maken. Hij heeft een vrouw die raadselachtig is en naar
haar geboorteplaats terugverlangt en twee opgroeiende kinderen Kamil en Eliška,
die ook hun plaats opeisen in het veelstemmige boek.
Als er een paar onverklaarbare branden enkele huizen en neringen
in het plattelandsdorpje platleggen, slaat de schrik toe en wordt er heel wat afgeroddeld
en beweerd in De Zilveren Duif, waarvan Josef het nogal op zijn heupen krijgt. Vooral
drie stamgasten die zich altijd samen zetten om te drinken, worden gevolgd. De
argwaan tussen hen zelf én die van de dorpelingen voor dit trio laait hoger en
hoger op naarmate de branden driester toeslaan en zelfs op voorhand worden
aangekondigd.
Verdachtmakingen zijn legio en het vertrouwen onder de
dorpelingen wordt ondermijnd. Iedereen blijft zo veel mogelijk thuis, en
ondertussen spelen de emoties en de hormonen van Josef’s kinderen op. Het gezin
van Josef wordt niet gespaard, ook enkele familieverhalen komen onderwijl naar
boven. Er worden enkele dorpsverhalen
knap doorheen geweven en dit alles op de achtergrond van de broeiende intolerantie
tussen de Bohemers, Joden en Duitsers en de zich aankondigende Tweede Wereldoorlog.
Hoewel dit boek bijna 90 jaar geleden geschreven is, kan je
zo meeleven met de kleurrijke personages en proef je de steeds meer verstikkende
sfeer rondom hen. De spanning wordt knap opgebouwd, zo wil je zelf ook mee
zoeken naar de slechterik in het verhaal. Maar is er wel één slechterik, en welke
motieven zijn er dan voor de branden? Wie is er met wrok of woede blijven
zitten vanwege gebeurtenissen uit het verleden? Ook de nodige kritische humor is
hier en daar aanwezig om het geheel mee te kruiden.
Hostovský was een Joodse Bohemer, die vlak voor het uitbreken
van de Tweede Wereldoorlog is gevlucht naar de VS en daar zijn leven probeerde
op te bouwen nadat zijn hele familie is uitgemoord in de concentratiekampen. Tot
in de jaren 1950 bleef hij boeken schrijven die ook in verschillende talen werden
vertaald.
Met dank voor dit recensieboek aan Zirimiri press en
uitgeverij Epo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten