Zoeken in deze blog

Posts tonen met het label Uitgeverij Ambo Anthos. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Uitgeverij Ambo Anthos. Alle posts tonen

24 december 2021

Herkunft (Herkomst) - Saša Stanišic

Knappe beschouwingen over herkomst en identiteit, tussen waarheid en “Erfindung”

Herkunft Stanisic


In het boek Herkomst van de Duits-Bosnische schrijver Saša Stanišic (1978) die als 14-jarige naar Duitsland kwam, zitten zo vele thema's dat het moeilijk is om ergens te beginnen. 

Een eerste indruk is dat deze op zijn eigen biografie gebaseerde roman die in 2019 de Duitse Boekhandelprijs won en dit jaar de Europese Literatuurprijs, gefragmenteerd en associatief is. Het boek is dan ook onderverdeeld in allemaal kleine hoofdstukjes die op één of andere manier altijd wel iets te maken hebben met het voorafgaande stukje. De uitweidingen zijn lang en de afslagen die worden genomen legio. In Višegrad bezoekt Stanišic zijn grootmoeder die dement is geworden maar zo lang mogelijk in haar eigen huis blijft wonen. Uiteindelijk wordt ze na een val waardoor ze een arm breekt toch naar een rusthuis voor ouderen gebracht. 

Zijn boek vermengt het leven van zijn grootmoeder met dat van zichzelf, zijn ouders en de rest van zijn familie. De 40-jarige auteur gaat op zoek naar herinneringen uit zijn jeugd en vooral aan zijn grootmoeder. Met veel begrip en tederheid zoomt hij in op deze vrouw waarvan hij meer te weten wil komen. Hij neemt je op verschillende tijdstippen mee naar Višegrad, een stad in de ‘Servische Republiek’ en een regio binnen Bosnië – Herzegovina, waar hij als kind woonde, het dorpje Oskoruša waar zijn familie vandaan komt, of Heidelberg waar hij als tiener is opgegroeid. Hij vertelt familie-anekdotes maar neemt dikwijls een loopje met de waarheid, en verweeft er dikwijls zijn eigen verzonnen verhalen tussendoor. 

De auteur is een kind van een Servische vader en een Bosnische moslimvrouw. Hij maakte de tijd mee onder Tito die de Joegoslavische samenhang bewaarde onder zijn versie van het communisme maar die nadien afbrokkelde door het weer opkomende nationalisme. Toen de Joegoslavische burgeroorlog in 1992 uitbrak, vluchtte het gezin naar Duitsland waardoor hij niet rechtstreeks met die oorlog in aanraking kwam, maar deel werd van de grote groep Bosnische en andere Joegoslavische migranten in Duitsland. Saša kwam terecht in een veelkleurige school in een intensieve taalklas met nieuw aangekomen vluchtelingenkinderen van over heel de wereld en waar geen plaats voor racisme was. Iedereen was er gelijk voor de wet. Ook de jongeren waarmee hij omging aan het Aral-tankstation werden zijn vrienden. Maar daarbuiten was het wat anders. Zijn ouders namen jobs aan die onder hun ervaring en diploma’s lagen om te kunnen overleven en hem alle kansen te geven, en ze leefden als gezin in een huis met vele anderen onder precaire omstandigheden. 

Door een leraar Duits die ontdekt dat hij in de pauze gedichten schrijft, en hem gaat helpen, ontdekt hij zijn liefde voor taal en ontwikkelen zich zijn schrijversambities. Taal is dan ook een ander thema doorheen dit boek, en titels van literaire ontdekkingen ontbreken er ook niet in. En hoewel hij zelf door dit schrijverstalent een verblijfsvergunning kan bemachtigen in Duitsland, wordt de rest van zijn familie echter na enkele jaren uitgewezen. Zo worden thema’s als de vluchtelingenproblematiek en racisme door het boek verweven. 

Door de diverse onderwerpen en de herkenbare situaties die Stanišic beschrijft, blijft het boek echter een lichtvoetige toon behouden. Er wordt dan ook volop afgewisseld tussen persoonlijke reflecties, fantasievolle verhalen en mooie beschrijvingen. Anderzijds is het boek ook niet altijd even makkelijk te volgen omdat er om de haverklap en per hoofdstukje van situatie en tijdstip gewisseld wordt. Behalve enkele hoofdstukken uit het perspectief van de oma, blijft het perspectief wel bij de verteller van het boek, de auteur dus, zelf. 

Eigenlijk wil Stanišic lange tijd zelf niet over zijn ‘herkomst’ nadenken en vindt hij dit een kunstmatig thema als hij door zijn grootmoeder naar het dorpje Oskoruša wordt meegenomen waar de familie haar wortels heeft en hij er meer over zijn overgrootouders te weten komt. Zelfs dan omschrijft hij dit nogal scherp als ‘saamhorigheidskitsch’. Maar bij het ouder worden ontkomt hij er niet aan. Hij wordt zelf slachtoffer van racisme, en het is de tijd van verschillende brandstichtingen tegen Duitse vluchtelingencentra die ze in de klas te zien krijgen. Later komt de AfD in Duitsland op, Alternative für Deutschland. In de nieuwe vluchtelingen die via de Balkanlanden Duitsland binnenkomen, herkent hij zichzelf. En dan wordt hij ook zelf vader. Welke verhalen wil hij zijn zoon doorgeven? Zijn vroegere land bestaat zelfs niet meer. Toch wil hij tot op het einde tot verschillende plaatsen behoren en ziet hij in zichzelf verschillende identiteiten/lagen terug (de ‘lasagne-identiteit’ dixit Mohamed Ouamaari, Vlaams-Marokkaans columnist en schrijver). 

Met het verhaal van zijn grootmoeder heeft hij ook moeite om er een einde aan te maken, omdat hij haar simpelweg niet wil afgeven. En haar wegdeemsterende herinneringen aanvullen met zijn eigen verhalen. Waar zij zelfs ingrijpt om te zeggen, stop het is genoeg geweest. Tussen die verhalen kan de lezer zelf een einde kiezen, een beetje te ingenieuze constructie om hier als lezer volledig in opgenomen te worden eerlijk gezegd en waardoor je toch vooral op afstand blijft, hoe ontroerend dit ook bedoeld wordt of hoe fantasievol ook geschreven. De breuk met de rest van de roman is daarvoor wat te groot.

De zin uit het juryverslag en opgevangen in het filmpje van zijn prijsuitreiking voor de Duitse Boekhandelprijs in 2019  “Zwischen Wahrheit und Erfindung” (evenals zijn uithaal naar de Oostenrijker Peter Handke, die enkele dagen voordien de Nobelprijs Literatuur werd toegekend), gaat zeker op voor deze roman. “Erfindung” is echter moeilijk te vertalen in het Nederlands; daar zit zowel de ‘fictie’ (fantasie, (uit)vinding, vondst) in als de ‘ontdekking’, de ‘openbaring’. Het boek is eveneens een heel geslaagde poging om te vertellen over de zwaar beladen burgeroorlog in ex-Joegoslavië. 

Titel: Herkunft
Auteur: Saša Stanišić
Uitgever: Luchterhand
Jaar uitgave: 2019

Titel: Herkomst
Vertaler: Annemarie Vlaming
Uitgever: Ambo|Anthos
Jaar uitgave: 2020

Herkomst



--- Je reactie wordt zichtbaar nadat ik ze heb goedgekeurd.

Kopieer deze link in je browser als je mijn blog wil volgen via follow.it: https://follow.it/villanathalieoverlezen

09 mei 2021

Winterbijen - Norbert Scheuer

Een zijdelingse oorlogsroman over zoveel meer, en vooral over bijen

Winterbijen Norbert Scheuer


Hoewel de Duitse schrijver Norbert Scheuer (1951, Prüm, Westeifel) ook in zijn thuisland pas echt doorgebroken zou zijn met Winterbienen, schreef hij al een tiental boeken. Scheuer heeft een technische opleiding achter de rug, hij maakte zijn middelbare school af als elektricien, ging technologie studeren en volgde nadien een masteropleiding Filosofie aan de Universiteit van Düsseldorf die hij afrondde met een thesis over de Duitse verlichtingsdenker Immanuel Kant. Tot en met 2017 werkte hij als IT-systeemprogrammator voor Deutsche Telekom. Hij bracht eerst een bundel kortverhalen uit (1994), en daarna een gedichtenbundel (1997). Met zijn eerste roman Der Steinesammler begon hij zijn zoektocht naar verhalen uit zijn regio van afkomst, de Eifel. In 2019 kwam zijn laatste werk, Winterbienen, uit dat een bestseller werd, in 2020 kwam de Nederlandse vertaling uit van de hand van Anne Folkertsma.  

In Winterbijen volgen we het leven van Egidius Arimond. Het is januari 1944 en Egidius woont in de Eifel niet zo ver van de Belgische grens. Hij is leraar Latijn en Geschiedenis en is door de nazi's ontslagen vanwege zijn epilepsie. Hij loopt voortdurend gevaar omdat zijn ziekte niet aanvaard wordt door de nazi's en ze hem daarom naar de kampen kunnen sturen. Én hij verdient naast zijn werk als imker bij door Joodse vluchtelingen in omgebouwde bijenkasten naar de Belgische grens te smokkelen. Daarnaast heeft hij ook veel oog voor het vrouwelijk schoon, en heeft hij ook enkele affaires met vrouwen van wie de mannen naar de oorlog zijn vertrokken. 

In zijn dagboekfragmenten springt hij dan ook over van het in detail beschrijven van zijn bijen en zijn werk als imker, via zijn feilloos herkennen van de overvliegende bommenwerpers naar het wegbrengen van de vluchtelingen die een organisatie die hem heeft gecontacteerd, hem doorstuurt. Naast bij zijn vrouwen, brengt hij ook veel tijd door in de plaatselijke bibliotheek waarin hij in oude boeken snuistert uit de collectie van het voormalige benedictijnerklooster, die ook naar de bibliotheek verhuisd was, en waar hij uit klassiekers die men in het klooster schreef of kopieerde, stukken uit het Latijn vertaalt. Zijn voorvader en monnik Ambrosius Arimond, die al eeuwen voor hem aan imkerij deed, was een van de bewoners van het klooster en Egidius gebruikt zijn tijd om onderzoek naar hem en zijn imkerpraktijken te doen. 

Scheuer heeft naar verluidt in meer van zijn boeken 'parallelle werelden' uitgediept, en hier zijn dat de bijen. Daar gaat Egidius dan ook in detail op in, het wordt zeker soms te technisch. Maar in die parallelle wereld duiken er ook spiegelingen op met het heersende naziregime. Zo wordt dit bv duidelijk in het voorbeeld van de eliminatie van zwakkere volkeren die geen nut hebben in de bijenwereld door 'sterkere volkeren'. En dies meer. 

De imkerij is daarnaast een vlucht voor Egidius om de oorlog mee te vergeten. Lange tijd blijft de oorlog een verre gebeurtenis voor de bewoners van het kleine Eiffeldorpje hoewel hun mannelijke familieleden wel moeten meevechten, maar naarmate het einde dichterbij komt, wordt het gebied fel gebombardeerd door de geallieerden, en trekken de nazitroepen meer en meer op naar de dorpen als ze elders in gevechten verliezen lijden, met gewonde soldaten en burgers in hun kielzog. Dat het perspectief van een Duitse burger die joodse vluchtelingen probeert te helpen, weliswaar ook uit eigenbelang, in deze 'zijdelingse' oorlogsroman naar voren wordt gebracht, maakt het interessant voor mij omdat ik hier nog niet veel over gelezen heb. 

Scheuer schreef inderdaad geen oorlogsroman pur sang, er zit namelijk heel wat meer in. Door de dagboekconstructie is het wel eerst wennen aan het fragmentarische karakter en vooral ook het van deeltje tot deeltje overspringen naar telkens een andere verhaallijn. Die verhaallijnen haken naar het midden van de roman toe meer en meer in elkaar, en aan het einde zie je die lijnen mooi samenkomen en snap je ook meer waarom de schrijver het zo heeft aangepakt. De verschillende werelden van Egidius komen als het ware dichter bij elkaar. Dat het boek eerder in een literaire stijl is geschreven in plaats van in een dagelijks idioom net vanwege die dagboekfragmenten, is overigens ook moeilijk te rijmen.  

Niettemin is het duidelijk waarom dit boek hoge ogen heeft gegooid in Duitsland en er onder andere de Duitse Boekhandelprijs gewonnen heeft. Het is niet duidelijk of het verhaal fictie dan wel non-fictie is, hierover brengt de auteur je in zijn nawoord wat in verwarring. De twee motto's die vooraan prijken, passen ten slotte perfect bij deze roman: Één van de Zweed Pär Lagerkvist 'Er bestaat geen weergave van de gehele werkelijkheid' en één van de Joodse Rus Isaak Babel 'Ik rouw om de bijen. Ze zijn gemarteld door de strijdende legers'.(De Rode ruiterij) 

Met dank voor de keuze van en de bespreking met de leesclub van DasKulturforum Antwerpen

Titel: Winterbijen 
Auteur: Norbert Scheuer
Vertaler: Anne Folkertsma
Uitgever: Ambo Anthos
Jaar uitgave: 2020 

17 januari 2021

Reisverslag van een kat - Hiro Arikawa

Een roadtrip doorheen Japan over loyale vriendschappen


Met Joëlla van den Broek


Cover Reisverslag van een kat - Hiro Arikawa


Hiro Arikawa (1972, Kochi) is een Japanse schrijfster. Ze brak internationaal door met het boek Reisverslag van een kat dat na in 2015 in Japan te zijn uitgebracht in het Engels verscheen in 2017 en nog eens 2 jaar later in het Nederlands, vertaald door Sander Schoen. Het is een titel waarop vooral positieve en goedgezinde reacties verschenen zijn, die mensen - en ons ook – vooral ontroerd heeft. Joëlla en ik hebben dit boek beiden gelezen zonder te weten wat we ervan konden verwachten.

Het verhaal

Arikawa neemt ons mee op een roadtrip door de ogen van kater Nana, ja ondanks de naam een mannetjeskat. Nana heeft zich een tijd lang als straatkat goed uit de slag getrokken maar sinds een ongeluk aan een van zijn pootjes kreeg hij een baasje, de alleenstaande dertiger Satoru, die zich over hem ontfermde. Sindsdien zijn beiden alles voor elkaar gaan betekenen en onafscheidelijk. Satoru heeft op een aantal plaatsen in Japan gewoond sinds zijn jeugd en heeft vroeger als kind een andere kat gehad, Hachi, waar hij al afscheid van heeft moeten nemen. Hachi betekent acht, deze kat had namelijk een vlekje dat leek op het Japanse teken voor ‘hachi’. Nana betekent in het Japans dan weer zeven, omdat de naar boven gerichte knik in zijn staart Satoru dan weer aan dat cijfer doet denken. Beide katten zouden erg op elkaar lijken; ze zijn ook beiden wit, terwijl er op de cover van de Nederlandse uitgave toch een zwarte kat staat afgebeeld. Bij het begin van dit boek vertrekt Satoru met Nana in een zilverkleurig minibusje naar een aantal oude vrienden van hem. Hij zal hen vragen of een van hen zijn kat niet wil overnemen omdat hij er na vijf jaar niet meer voor kan zorgen.

+++

Joëlla: We lezen over het verleden en het heden van Satoru en ontdekken hoe hij verschillende vriendschappen is aangegaan in verschillende fasen van zijn leven. Met de Japanse namen had ik soms wel wat moeite. Je volgt het boek en de reis door de ogen van de kat Nana, die het verhaal naar de lezer overbrengt.

Nathalie: Het boek is erg gemakkelijk geconstrueerd. De verschillende vrienden van Satoru staan voor een bepaalde periode uit zijn leven, waarin hij hen heeft leren kennen. Hij heeft op enkele scholen gezeten en is nadien in Tokyo gaan studeren. Satoru is blijkbaar niet alleen een kattenmens, maar heeft ook altijd veel voor mensen gegeven, van wie hij ook veel teruggekregen heeft. Het waren stuk voor stuk vriendschappen zonder tierlantijnen waar nog geen hightech en sociale media tussen zaten. Ondanks een zware tegenslag heeft hij zo toch heel wat van zijn leven kunnen maken.

Joëlla: De reis is uiteraard met een bijzondere reden ondernomen. De liefde tussen mens en dier wordt erg mooi verwoord in het verhaal. Door de verschillende hoofdstukken word ik gemakkelijk telkens weer in het verhaal getrokken. Alsof je zelf met hen in Japan wandelt en in het busje samen rondreist en de vrienden mag ontmoeten. Je maakt samen de reis, je bent er bij. Ik vind de beschrijving van de omgeving ook erg beeldend.

Nathalie: De kat heeft een humoristische ietwat sarcastische ondertoon meegekregen in het verhaal dat hij vertelt, maar die wordt opzij gezet als de verhalen van de jeugd van Satoru aan bod komen die hij aanhoort, die hij dus niet mee heeft beleefd. Die verhalen geven ook een beeld mee van hoe Satoru in het hedendaagse Japan is opgegroeid.

+++

Als Nana erachter komt dat hij zou wegmoeten van Satoru en waarom, probeert hij er alles aan te doen om dit te vermijden en door enkele slimme trucs slaagt hij daar telkens ook in. Verderop in het verhaal wordt het einddoel van de reis de tante van Satoru, Noriko, ook zijn dichtst bijstaande familielid. Hoewel ze geen kattenmens is, probeert ze het vanwege haar neef toch met Nana, en slaagt ze daar wonderwel uiteindelijk toch in. 

+++

Joella: De pijn, de laatste reis komt keihard bij me binnen als ik hierover lees. De ziekte van Satoru is allesverslindend. De aftakeling, het verdriet, de oneerlijkheid. Dat is wat me zo diep raakt, omdat ik het ook zelf heb meegemaakt. De humoristische toon van Nana maakt het luchtiger, even die druk weg nemen. Even samen adem halen. En het afscheid aan het einde van het boek beleef je ook mee. Maar deze reis zul je je voor altijd herinneren. 

Nathalie: Hoe loyaal een huisdier kan zijn, heeft de schrijfster goed in de verf gezet. Naast de vriendschap heeft zij hiermee een ode aan de huisdieren gebracht. Het is een heel leuk boek voor kattenliefhebbers. Niet alleen kattenmensen komen overigens aan hun trekken, ook enkele honden komen er in voor, die al dan niet erg vriendelijk tegen Nana doen trouwens.

+++

Conclusie

Joëlla: Het verhaal is rustig opgebouwd, en op het einde heb ik een traantje moeten wegpinken. Wij hebben zelf namelijk ook een huisdier, een zelfde ras hond die ook in het boek voorkomt, een shih tzu. Het boek heeft me daarom ontroerd. Ik wou telkens verder lezen, en van elk hoofdstuk heb ik genoten. Satoru die zoveel liefde geeft aan mens en dier. Na alles wat hij heeft mee gemaakt. Dat mag voor ons een les zijn. Dit boek zal dan ook in mijn geheugen gegrift staan. Ik geef het 4 sterren.

Nathalie: Dit is duidelijk een feelgood boek met dat tikkeltje meer. Korte zinnen, korte hoofdstukken waardoor het wat staccato overkomt maar waar toch veel in wordt verteld. Terwijl het verhaal van Satoru soms wat klef en melig overkomt, is de kat gelukkig wat humoristischer en is het geheel daarom meer in balans. Ik kon een en ander uit het boek halen over de levensstijl van een aantal doorsnee Japanse mensen, en tegelijkertijd is het lief en ontroerend. We worden bovendien ook nog meegenomen naar het tweede grootste eiland van Japan, Hokkaido dat erg mooi beschreven wordt. Ik heb er geen moeite mee om dit boek 4 sterren te geven. 

Deze blog werd ook gepubliceerd op Antwerpen Leest

Titel: Reisverslag van een kat
Auteur: Hiro Arikawa
Vertaler: Sander Schoen
Uitgever: Ambo Anthos
Jaar uitgave: 2019

Populaire blogs