Terrin geeft kleine universumpjes in korte paragrafen weer
Ik ben tegenwoordig regelmatig op zoek naar nieuwe buddy’s om een buddyread mee te doen. Wie interesse laat blijken, kan erop rekenen dat ik vraag om samen een boek te lezen en te bespreken. Dat heeft ook Marianne mogen ervaren, maar gelukkig sprong ze snel mee op de buddyread-kar. We kozen voor de laatste nieuwe roman van Peter Terrin, Al het blauw.
Marianne: Peter Terrin is voor mij geen onbekend auteur. Ik las al eerder werk van hem met 'Monte Carlo' als het boek dat me tot hiertoe het meest heeft geraakt. De verwachtingen waren dan ook hooggespannen over Al het blauw.
Nathalie: Peter Terrin heeft me al veel leesplezier verschaft. Zijn trio boeken Blanco, Post Mortem en Yucca die in lichte mate met elkaar te maken hebben, en Patricia las ik al. Ook een oudere verhalenbundel uit 2006 De bijeneters las ik onlangs die eveneens van zijn stilistisch vernuft getuigt. Dus was ik ook heel benieuwd naar zijn nieuwste roman Al het blauw.
Al het blauw speelt zich af in de jaren ’80 van de 20ste eeuw. Simon is een jonge man die het middenin een college opgeeft en stopt met studeren. Met zijn vriend Marc komt hij veel in de Azzurra, het café van het zwembad en de café-uitbaatster Carla, die 20 jaar ouder is, speelt daar een belangrijke rol in. Op de een of andere manier voelen deze twee zich tot elkaar aangetrokken ondanks dat ze zo verschillend zijn. Zowel Simon als Carla staan op een keerpunt in hun leven.
Marianne: Dat het boek zich in de late jaren tachtig afspeelt maakt het heel herkenbaar. Zeker voor wie geboren werd in de jaren zestig en zeventig. Een tijd van cassettebandjes en waarin je voor een privé gesprek nog naar een telefooncel moest. Een nadeel om een roman zo uitdrukkelijk in een bepaalde tijd te plaatsen is dat het niet steeds herkenbaar blijft. De jaren tachtig zijn ondertussen al zo ver weg maar door dit verhaal toch weer dichtbij.
Het verlangen naar iets groters al is het nog onbenoembaar doet Simon van het ene moment op het andere een beslissing nemen. Het is de kracht van Terrin om ogenschijnlijk triviale dingen zo te beschrijven dat een waterdruppel wel degelijk een hele wereld wordt. Want is er iets banaler dan vastgelopen relaties, verlangen naar ontsnappen, verraad of het gewoon willen dat je kinderen het beter hebben dan hun ouders.
Nathalie: Het boek gaat over vriendschap, verliefdheid en het vinden van een identiteit. De ouders willen dat Simon een beter leven heeft dan hen en hebben al lang een mogelijk leven voor hem uitgestippeld, inclusief kavel in de buurt waar hij zich zou kunnen settelen maar is het dat wel wat hij wilt? Zijn moeder is extra bezorgd en ligt nachtenlang wakker totdat hij eindelijk thuiskomt van zijn nachtelijke escapades. Simon probeert het een en ander uit wat ook wel logisch is voor zijn leeftijd. Hij wil zich niet plooien naar wat zijn ouders hem voorstellen, maar heeft zelf ook nog geen duidelijk idee. Wel weet hij dat hij iets anders wil dan het milieu waarin hij is opgegroeid.
Slim is Simon wel, als een vriend bij hem aankomt met de vraag of hij geld wil verdienen met iets wat op een soort piramidesysteem lijkt en uiteraard niet koosjer is, weet hij perfect hoe hij dit moet aanpakken en groeit hij snel uit tot een van de superverkopers. Een andere vriend brengt hem in contact met kunst en boeken, want lezen doet hij ook enorm veel. Ook daar draait de relatie uiteindelijk uit op iets anders, waaraan Simon ondanks zijn intelligentie maar gebrek aan ‘levenservaring’ zich niet aan had verwacht.
Er worden heel wat verhalen verteld over de relatie van Carla met haar onbehouwen en brute man John. Voor Carla is het wel duidelijk dat ze wil vluchten uit haar liefdeloze slepende relatie. En hiervoor gebruikt ze haar jongere minnaar.
Marianne: De zomer waarin het verhaal zich afspeelt is zowel voor Carla als voor Simon een kantelmoment. Carla die vastzit in een onbevredigende relatie en daaruit weg wil. Simon die stopt met studeren maar niet echt weet wat hij wil. Ontroerend vind ik hoe zijn ouders zo graag willen dat hij het beter en gemakkelijker heeft dan zij het hebben gehad. Ik herken wel die zorg, dat verlangen om het leven van je kind zoveel mogelijk uit te stippelen al is dat fout. Het pas gerust kunnen slapen wanneer hij na een nacht stappen de sleutel in de voordeur steekt.
Simon heeft maar weinig daadkracht, hij moddert maar wat aan. Zelf lijkt hij weinig beslissingen te nemen, ook niet wanneer het er echt toe doet in zijn relatie met Carla. Hij lijkt altijd weg te vluchten als het te moeilijk wordt. Toch wil Simon wel vooruit en ontsnappen aan zijn sociale milieu. Zo trekt hij op met Pieter waarbij hij met verwondering kennis maakt met de wereld van boeken en kunst. Pieters vriendschap blijkt nadien toch een ander kantje te hebben. Dat verschil tussen sociale klassen zat ook al in Monte Carlo waar een gewone mecanicien terecht komt in de glamour van de autoraces. Toch heb ik niet de indruk dat Peter Terrin met opzet een sociale boodschap in zijn boeken steekt. Ik denk dat de personages er als het ware toevallig in terecht komen.
De onschuld van Simon tegenover de passie van Carla, ik vraag me af of Carla Simon niet gebruikt om te ontsnappen aan de wereld van Azzura en haar leven met John. Misschien daarom dat ik het personage Simon even kwijt was naar het einde van het boek toe.
Marianne: Het zijn kleine universumpjes die Terrin in korte paragrafen weergeeft. Het is in zijn schrijfstijl duidelijk te zien dat hij niet alleen een begenadigd schrijver is maar ook een getalenteerd fotograaf. Visuele scènes als een snapshot. "Het lichaam ligt midden op het lege parkeerterrein. Het ligt plat op de rug, met de armen gestrekt langs de romp, de voeten bij elkaar. Over de betonnen vlakte hangt het blauwe licht van de dageraad. Het is windstil." Ik ben een uitgesproken fan van sterke beginzinnen en dit is er zo één. Een roman die zo begint kan evengoed de openingsscène zijn van een film. Het is duidelijk dat hier heel wat aan vooraf is gegaan en dat is de spreekwoordelijke wortel voor de neus. Als lezer ga ik meteen op zoek naar antwoorden.
Het subtiele in de zinnen waarin heel veel zit kan ik wel appreciëren. "Zijn vader zegt dat het slecht gaat op de fabriek. Voorovergebogen lepelt hij zijn soep, deelt het nieuws mee alsof hij het van zijn bord leest. Hij zegt dat mensen geen geld meer hebben voor kwaliteitsmeubels.” Dit is geen barokke zin met veel tierlantijnen maar in de ogenschijnlijk simpele structuur zit een wereld van sociale onmacht, van verlies aan waarde, het begin van de wegwerpmaatschappij.
Het visuele in een boek trekt me sterk aan. De sfeer van een verlaten zwembad waar door een fout van het gemeentebestuur het licht 's nachts blijft branden zodat de blauwe ruimte een soort bubbel wordt, de stilte die een erotisch effect heeft samen met de verlaten ruimte en het blauwe water, het brengt de lezer wel heel dicht bij de personages.
In elk geval is het boek een aanrader voor iedereen die houdt van intieme verhalen in een heel mooie taal.
Nathalie: Zowel Carla als Simon moeten beslissen wat ze verder
willen met hun leven, maar op die vraag geven de verschillende verhaallijnen
geen direct antwoord. Het open einde voor de personages geeft net wat te weinig
prijs waardoor ik dit keer toch met een wat onvoldaan gevoel bleef zitten. De
gevoelige ontroerende snaar heeft Terrin dan wel weer geraakt, in die typerende
simpele dagelijksheid van hem die hij heel stilistisch en toch ook simpel weet
neer te zetten, zonder daar al te veel tierlantijntjes voor te moeten
gebruiken.
Titel: Al het blauw
Auteur: Peter Terrin
Uitgever: De Bezige Bij
Jaar uitgave: 2021