Afwisselende en invoelende misdaadroman met de nodige couleur locale
Ik moest opzoeken welke versies er allemaal bestaan van de song "Born to be wild”. Het originele van Steppenwolf (nooit in Werchter gestaan) en dan vooral de versie van Bruce Springsteen (dit jaar nog met een eigen concert), zo ver gaat dikwijls mijn passieve kennis van rockklassiekers. Om deze eerste misdaadroman van Ines Nijs te lezen is dat gelukkig geen must.
De protagoniste van het eerste deel van haar voorziene trilogie is de journaliste, Lexi Callier, die nu dat haar blinde dochter Laetitia haar opleiding kan vervolgen op een internaat, haar job spannender wilt maken met wat onderzoeksjournalistiek i.p.v. de plaatselijke kermiskoers te verslaan in één paragraaf. Op een plaatselijke benefietactie komt ze in contact met een naburige motorclub die zich kandidaat heeft gesteld om rond te rijden met geïnteresseerde klanten ten voordele van het goede doel. Motard Leo neemt haar dochter mee op een ritje voordat ze naar het internaat vertrekt en daar haar wereld zal verbreden. Lexi is zelf verslingerd aan een eigen motor en heeft geen schrik om haar verstandige dochter toe te vertrouwen aan hem. De motorclub die rijdt onder de naam Sons of Jinx lijkt haar wel een club om zich eens in te verdiepen. Zowel Leo als haar redactiebazin Anna waarschuwen haar voor de voorzitter van de club Martin Verwey, die zich anders voordoet in het dagelijkse leven dan hoe hij echt is. Zowel Anna als Martin willen toevallig dat ze haar artikel voor publicatie eerst te lezen krijgen. En de club blijkt inderdaad gaandeweg niet zo maar een “motorclub” te zijn.
Drie perspectieven heeft de auteur voor ons in petto om het boek spannend en afwisselend te houden. Naast de standpunten van Lexi en Leo, genoeg namen met een ‘L’ trouwens, leer je ook die van Joene Joassin kennen – een allitererende naam dan weer – de vriend van de jonge vrouw Vero die als gevolg van een spuit is overleden, waarover je aan het begin van het boek al kan lezen. Ines weet hoe ze de motivatie en psychologie achter haar verschillende personages aan het licht moet brengen. Je kan je zo goed inleven in het verhaal. Ook is deze thriller niet overheersend wit, zoals nog te veel gebeurt in dit genre in ons Vlaamse landje, met dank aan de interculturele bagage van de schrijfster. Het Senegalese motorclublid Alassane krijgt voldoende achtergrond en ‘airplay’ mee wat ik best apprecieer.
Op een aantal momenten voel je de spanning opbouwen om dan weer wat te gaan liggen. Het plot zit goed ineen. De finale is in een aantal fases knap opgebouwd. De Vlaamse couleur locale is herkenbaar, hoewel dat net voor mij niet echt hoeft. Tóch krijg ik zoals dikwijls met dit misdaadgenre weer het gevoel dat er al heel wat voorbeelden zijn gepasseerd van misdaadboeken waarin journalisten of agenten, vrouwelijke én mannelijke, aan geloofwaardigheid verliezen door koppig hun eigen zin te doen, en zonder collega te werken zoals meestal wel het geval is in het dagelijkse politionele leven. Op die manier brengen ze hun eigen leven of dat van hun geliefden natuurlijk in gevaar.
Toegegeven, mijn grote misdaad- en roman schrijvende held, wijlen Henning Mankell, heeft van de koppige detective mee de (Scandinavische?) trend gezet. Ook de Zweedse Liza Marklund heeft het concept van koppige vrouwelijke onderzoeksjournaliste meer dan uitgebuit zodat ik ze ooit na een tijdje verveeld aan de kant heb gelegd, en waaraan ik ook moest denken bij het lezen van dit boek.
Dat “verveeld raken” van bepaalde trucs die je oploopt bij een overdaad aan dit
genre, wijt ik helemaal aan mezelf. Aan Ines’ schrijfstijl ligt dit helemaal
niet, die is vlot te lezen met het nodige oog voor detail. Ik ben zo een lezer
die pas op de details kan letten van een spannend boek als ik al iéts weet over
het slot en daarom tegenwoordig al eens durf doorbladeren, anders lees ik te
snel. Geen idee of dit herkenbaar is trouwens.
De titel en de setting zijn luchtig gehouden met de klemtoon op ‘vrijheid’ waardoor het verhaal ook niet echt beklemmend aanvoelt. Dat was misschien ook niet de bedoeling, maar een broeierig exotischer verhaal kan wie weet wel bij de volgende titel “Alors on danse”, geleend van de intercontinentale superster Stromae aan bod komen, Ines? (en wél een van mijn favorieten) Een verhaal dat zich wie weet zou kunnen afspelen in Senegal? En eveneens zoals de lyrics van deze song opnieuw een meer maatschappelijk thema zou kunnen zijn? ’t Is maar een vraag hé die gesteld wordt. ;-)
Met dank aan Uitgeverij Manteau voor het recensie-exemplaar.