Een avondje samen lezen en samen luisteren
12 maart, artikel op www.antwerpenleest.be
Vooraf deed ik mee aan een sessie “Samen lezen”. Gewoonlijk duurt zo een samenkomst twee uur, nu hadden we een uurtje om met een volle tafel twee gedichten van Esohe en Maud, en een stuk uit een theatertekst van Annelies te lezen en te bespreken. Tot een conclusie kwamen we niet, maar met de aanwezigen, waaronder toch weer een aantal bekende gezichten, werd er toch zoals steeds fijn over en weer gebabbeld. Het was alvast een toffe kennismaking en opwarmer om vervolgens de drie dames zelf te aanhoren.
Het vragenstellenconceptje werkte wonderwel. Het zou kunnen liggen aan het feit dat de genodigden hun vragen goed hadden voorbereid en goed naar elkaar luisterden. Het zou eraan kunnen liggen dat het publiek in mooie getale gekomen was en ook aandachtig luisterde. Maud kreeg de taak om de timing in de gaten te houden, en brak alvast zelf het ijs met de vraag of haar collega’s liever de vragen zelf stelden als interviewer, of liever de antwoorden gaven. De volgende vragen van de twee anderen haakten daar direct goed op in en eigenlijk leek alles zo heel vlotjes op elkaar te volgen.
En hoe ging Esohe haar stadsdichterschap invullen? Als iemand die haar roots in de podiumpoëzie heeft, wil ze vooral terug meer fysieke samenkomsten organiseren, ook met diegenen die niet direct naar een klassieke poëzieavond komen. Deze dingen verzoenen zag ze wel als een uitdaging. Dat is immers niet alleen goed schrijven, maar ook organiseren, vormgeven, en dat in een context die past bij een stad als Antwerpen.
Fijn was te horen dat, na een periode waarin het stadsdichterschap gebrouilleerd raakte met het Antwerpse stadsbestuur, er met het aanstellen van Esohe opnieuw een nieuwe wind aan het waaien is. De literaire organisaties die het stadsdichterschap eerder ondersteunden, blijven ook betrokken. Maar, zo vertelde Esohe, het blijft een strijd om financiering te krijgen om de projecten van de stadsdichter te kunnen organiseren. Wat haar ertoe dreef om dit mandaat te aanvaarden, ook toen het nog niet zeker was wie het nieuwe bestuur zou vormen, en ze onzeker was en het eng vond om de sprong in het diepe te wagen, is dat ze zich vereerd voelde. Ze vindt het belangrijk dat het stadsdichterschap blijft bestaan en ze wil hier zelf mee voor zorgen.
Voor het komende jaar klinkt dit alvast veelbelovend. Laten we dus allemaal duimen dat de concrete ideeën waar onze nieuwe stadsdichter al mee bezig is, ook verder uitgevoerd kunnen worden!
Vanaf 2020 tot april ’24 is ze lid geweest van Fixdit, een collectief van Nederlandse en Vlaamse schrijfsters, dat streeft naar meer diversiteit in de canon, op de leeslijsten van scholen, en in de literaire prijzen waarin vrouwen steeds ondervertegenwoordigd zijn geweest. Samen met Janna Loontjens en in samenwerking met de Nederlandse “De Gids” maakte Annelies de “Fixdit-podcast”, met maar liefst 18 episodes, waarin klassieke werken werden uitgelicht met behulp van kenners, van vrouwelijke auteurs die in hun eigen tijd bekend waren maar in de vergetelheid zijn geraakt. Een paar interessante namen in deze podcast zijn bv Virginie Loveling, Patricia De Martelaere en Carry van Bruggen. Deze vrouwelijke auteurs zijn in het literaire landschap zo terug op de kaart gezet, en enkele uitgevers hebben hierdoor ook enkele van deze werken en auteurs opnieuw uitgebracht.
Nog vele andere vragen werden gesteld en beantwoord. Door eentje van de Marcel Proust-vragenlijst kwamen we te weten dat Maud haar werkmotto heeft geleend van de grote Herman de Coninck “Poëzie komt pas als je er op wacht, zonder nog te wachten.” Een levensmotto kon ze zo voor de vuist weg wel niet direct geven.
Esohe’s leeslust werd gefnuikt tijdens en na haar studie Rechten. Ze is nu ook recent een doctoraat begonnen in deze richting. Ze leest nu meer gedichten en kortere teksten omdat ze ook als onderzoekster natuurlijk altijd met haar neus in de (juridische!) teksten zit. Dat je je brein dan even wil laten rusten met totaal iets anders, verrast me helemaal niet. Esohe had op haar leeslijst als 16-jarige ook enkel maar poëzie van mannelijke dichters staan, waardoor ze nadien veel diverser is gaan lezen om zo haar opgelopen achterstand in te halen. Dit is ook heel herkenbaar voor mezelf.
Fijn was toch ook om deze drie straffe vrouwen te horen voordragen uit eigen werk.
Allemaal straf werk van deze fijn vrouwenavond. Ik zag nog een hele groep lezers napraten, sommigen met een nieuwe literatuuraankoop, allen met een voldane glimlach, en weer opgeladen voor een tijdje.