Zoeken in deze blog

24 mei 2025

Monsieur Hawarden - Filip De Pillecyn

Mysterie en melancholie in Malmédy

 

Cover Monsieur Hawarden - Filip De Pillecyn

De heruitgave van 2024 door de fijne literaire uitgeverij Tzara bevat niet alleen De Pillecyns novelle uit 1933, maar ook een uitgebreide inleiding van Tom Lanoye en een onderzoeksverslag van Annick Lesage over de historische figuur achter het verhaal. De novelle bevat ook illustraties van Reinhart Croon. De meeste lezers van de leesclub waarmee ik dit boek besprak, hadden dan ook deze uitgave gelezen, een enkeling was erin geslaagd een bijna oorspronkelijke uitgave te bemachtigen en iemand anders had dan weer beroep gedaan op de DBNL (Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren).

De inleiding van Tom Lanoye gaat over de gekende en controversiële levenswandel van de auteur. Filip De Pillecyn (1891-1962) was namelijk een nazicollaborateur: hij zette zich in voor een Vlaamse Kultuurkamer, was redactielid van een Duitsgezind blad en spoorde jongeren aan om naar het oostfront te gaan. Na de oorlog werd hij zwaar bestraft maar zwoer hij zijn verleden nooit af. Lanoye gaat, zeker sinds hij zich zijn laatste roman De draaischijf er nog meer in verdiept heeft, te keer tegen die collaboratie. Toch breekt hij een lans om het werk van De Pillecyn nog steeds te lezen, niet het minst omdat zijn werk in feite maar heel weinig nationalistische propaganda bevatte. Ik mag het er graag mee eens zijn om boeken, en andere kunstvormen, op hun merites te waarderen, dus waarom deze korte novelle niet? Ook kijkt hij naar deze novelle "Monsieur Hawarden" als was het de eerste “genderfluïde, misschien zelfs non-binaire novelle in de Vlaamse Letteren”. Daar zijn we het dan misschien niet zo zeer over eens, waarover later meer.

Een mysterieuze figuur genaamd Monsieur Hawarden betrekt een huisje in de Hoge Venen, dichtbij Malmédy, vandaag de Belgische Oostkantons, maar correct in de novelle verwezen als naar een klein Pruisisch dorp aangezien we in de tijd van vóór de Eerste Wereldoorlog zitten, en dit dan nog helemaal geen Belgisch gebied is. De beschrijvingen van De Pillecyn zijn dromerig, atmosferisch, en vooral erg suggestief voor de setting van het verhaal dan wat er echt zwart op wit wordt gezet. Hawarden die zich teruggetrokken heeft uit zijn vorige leven, wandelt dagelijks in de omliggende bossen met zijn elegante stadskledij, en zal steeds een vreemde eend in de bijt zijn in het dorp. De tiener Alex is gefascineerd door hem, en hij voelt zich vereerd dat hij deze monsieur telkens mag vergezellen en hem in het dorp en de omgeving mag gidsen.

De taal en de stijl van de auteur doen zeker denken aan een boek van een tijdsgenoot van hem dat ik al las: “Elias of het gevecht met de nachtegalen” van Maurice Guilliams. Een diepe melancholische stijl maakt zich meester van de bladzijden. Geleidelijk wordt duidelijk dat Monsieur Hawarden eigenlijk een vrouw is die als man leeft. De Pillecyn suggereert dat zij deze keuze maakte na een gebroken hart. Onze leesclub suggereert zelfs dat er nog een spectaculairder verhaal kan achter zitten, onopzettelijke doodslag misschien zelfs, als wraak op een man die Mary geslagen of misbruikt zou hebben, of gewoon weggelopen uit een ongelukkig huwelijk. Aangezien dit nooit helemaal duidelijk wordt, kan de fantasie daarover alle kanten op gaan.

Of monsieur Hawarden, geboren als de Engelse Mary Gillibrand, genderfluïde is, of echt als ideaal heeft een man te willen zijn, zit volgens mij niet in het verhaal. Zeker is dat Mary als vrouw nog een sterk verlangen in zich voelt, en zich als vrouw nog steeds geliefd wil voelen. Maar met haar verleden duikt ze onder en doet ze zich als man voor om voor zichzelf in te kunnen staan, en onafhankelijk te kunnen leven. Ze wil zich niet meer aan de normen van die tijd voor vrouwen conformeren kortom. In de geschiedenis zijn er nog wel meer voorbeelden van te vinden.

Zoals bijvoorbeeld ook George Sand, geboren als Amantine Aurore Lucile Dupin, een Franse schrijfster en feministe, en onder haar mannelijk schrijverspseudoniem bekend werd, en met wie de historische Mary, zo blijkt uit het historische onderzoek van Annick Lesage, goed bevriend raakte toen ze beiden op hetzelfde internaat in Parijs onderwijs kregen.

Annick Lesage is inderdaad op zoek gegaan naar wie de echte Monsieur Hawarden was: Mary/Mériora Gillibrand. In haar jeugd was ze eerder een kwajongen, waarvan ze op haar internaat zo veel mogelijk moest genezen. Haar onderzoek is niet zo zeer literair dan wel historisch waardoor we als lezer met heel wat feiten overspoeld worden. Dit brengt ook een groot verschil aan het licht, tussen wie Gillibrand echt was, een ontembare, intelligente vrouw uit de Engelse hogere klassen die bevriend raakte met George Sand, en het in isolatie levende personage dat De Pillecyn van haar heeft gemaakt. Lesage maakt haar onderzoek erg spannend. Als een detective graaft ze zo diep mogelijk en probeert ze zoveel mogelijk over Mary Gillibrand oftewel onze Monsieur Hawarden te weten te komen. Maar hoe hard Lesage ook probeert, haar werkelijke motieven om als man te leven blijven natuurlijk als een mysterie in de lucht hangen en geven aanleiding tot nieuwe verhalen over deze fascinerende figuur. Zowel Lanoye als de leesclubleden gaven een mooi rijtje (LGBTQI+) auteurs op die met deze premisse aan de slag zouden kunnen. Ik denk hierbij zelf ook aan enkele namen, en wie weet wie dit leest, ook wel aan een aantal.

Filip De Pillecyn liet zich ten slotte zelf inspireren door een Franse novelle die al bestond over deze figuur, geschreven door de Waalse auteur Henri Pierre Faffin, gebaseerd op ware feiten, en waarvoor hij de vraag had gekregen die te vertalen. Daar hield hij zich niet aan, en hij maakte gewoon zijn eigen gefictionaliseerde versie . En dan regisseerde (de mij onbekende) Harry Kumel in 1968 ook nog een film gebaseerd op dit verhaal (met een zekere Ellen Vogel in de hoofdrol, mij ook onbekend). De novelle op zichzelf raakte meerdere snaren, de schrijfstijl is prachtig, en de relatie tussen monsieur Hawarden en Alex wordt erg knap weergegeven. Het is de moeite om dit werkje tot tweemaal toe te lezen en er je helemaal in te verdiepen.

Titel: Monsieur Hawarden
Auteur: Tom Lanoye, Filip De Pillecyn, Annick Lesage
Illustrator: Reinhart Croon
Uitgever: Tsara
Jaar: 2024

18 mei 2025

Literaire organisatie in de kijker: Pen Vlaanderen

Drie mei is de Internationale Dag van de Persvrijheid. PEN International zet zich wereldwijd in voor vrije meningsuiting, vrede en internationale verstandhouding. De organisatie komt op voor auteurs en journalisten die bedreigd, vervolgd, opgesloten of berecht worden omwille van wat ze schreven en gelooft in literatuur als intercultureel bindmiddel. Het letterwoord PEN staat voor “Poets, playwrights, Essayists, editors & Novelists’.

25 april 2025, artikel op www.antwerpenleest.be

Naast auteur is Ellen van Pelt de coördinator van de Vlaamse tak, PEN Vlaanderen, die vanuit Antwerpen werkt. Hoe zet deze organisatie haar missie om in haar activiteiten hier?

Sinds wanneer bestaat PEN Vlaanderen?

Onze moederorganisatie PEN International werd opgericht in 1921 in Londen, vanuit het idee dat we door literatuur verbondenheid konden creëren om een nieuwe oorlog te vermijden. PEN Vlaanderen was een van de eerste lokale centra en werd opgericht in 1922.

PEN organiseert in samenwerking met literaire en andere organisaties lezingen met auteurs die gevlucht zijn en al dan niet in ballingschap leven. Hoe kom je met deze auteurs in contact?

PEN Vlaanderen tracht al sinds jaren om schrijvers in ballingschap die in Vlaanderen leven te ondersteunen. Sinds juni zijn we gestart met het project PEN-auteurs waarbij we vijf gevluchte auteurs koppelen aan twee mentoren, schrijvers van hier. Deze PEN-auteurs vinden ons zelf, of komen met ons in contact via hun begeleiders in het asielcentrum, via Atlas (begeleidende organisatie voor nieuwkomers in de stad Antwerpen voor hun integratie en inburgering), via Encora waar ze vaak lessen Nederlands volgen,… Ook geven de lokale PEN-centra namen aan elkaar door. Een van onze PEN-auteurs kwam met ons in contact nadat hij beroep had gedaan op het PEN Emergency Fund, een fonds dat eenmalig financiële ondersteuning geeft aan auteurs in acute nood.

Jullie PEN-flat verwelkomt al een tijdje auteurs voor een (uitwisselings)verblijf hier. Sinds wanneer is de PEN-flat actief, en hoe vind je de auteurs die dan naar hier komen?

De PEN-flat bestaat sinds 2002 en maakt deel uit van ICORN (International Cities of Refuge Network), een netwerk dat bestaat voor gevluchte schrijvers en artiesten. ICORN selecteert voor ons gevluchte schrijvers die dan voor een half jaar tot een jaar naar onze flat komen. Rond de flat is er een team van bevlogen vrijwilligers die met de flatgast de stad in trekken, etentjes organiseren, naar voorstellingen gaan of een koffie gaan drinken. Geïnteresseerden die hieraan willen meewerken, kunnen steeds iets laten weten op het e-mailadres ellen@penvlaanderen.be.

Hoe nauw sta je in contact met deze schrijvers? Hoe sterk raak je betrokken bij hun verhaal, probeer je toch een bepaalde afstand te behouden?

Onze flatgasten hebben allen een zware rugzak. Ze zijn hun thuisland moeten ontvluchten omwille van wat ze schreven. Dit zorgt vaak ook voor familiale drama’s. Sommigen van hen hebben een tijd in de gevangenis gezeten of zijn gefolterd. Ze zijn getekend door trauma’s. Het is als schrijver ook bijzonder moeilijk om buiten je moedertaal je literaire carrière verder te zetten. Met onze meeste gasten staan we in nauw contact, maar dat verschilt erg per schrijver. Er zijn er al geweest die bijna dagelijks nood hadden aan een gesprek met een van onze vrijwilligers, maar ook schrijvers die zich liefst vooral op het schrijven wilden toeleggen en waarmee we slechts om de twee weken contact hadden. De verhalen die ze te horen krijgen, wegen vaak op onze vrijwilligers. Daarom proberen we om regelmatig met het flatteam samen te komen.

Heel wat van deze auteurs zullen onbekend zijn bij ons. Lukt het om hen hier te introduceren?

Het is niet eenvoudig om hen hier te introduceren, omdat hun namen vreemd klinken. In eigen land zijn ze soms gevierde auteurs maar hier kent niemand hen. De mentoren die ik hierboven al vermeldde, proberen daarbij te helpen. We investeren ook in proefvertalingen van hun werk, zodat Nederlandstalige uitgeverijen en Vlaamse lezers hun stemmen kunnen leren kennen.

Daarnaast vragen we ook aandacht voor gevangen schrijvers. Dit doen we met een Lege Stoel op tal van literaire podia. Daarvoor zijn onze PEN-ambassadeurs van grote waarde. Erik Vlaminck, Annemie Struyf, Lize Spit, Aya Sabi en David Van Reybrouck nemen een Lege Stoel mee op hun lezingen en bereiken zo een groot publiek voor ons.

Hoe hard beïnvloedt de actualiteit PEN Vlaanderen? Of is het ook PEN die onbelichte of minder belichte conflicten en mensenrechtenschendingen naar voren probeert te brengen?

De actualiteit beïnvloedt ons werk altijd. Daarom vragen we aan onze subsidiegever ook altijd de nodige witruimte in ons beleidsplan, zodat we daarop kunnen inspelen. We zien het ook als onze plicht om onderbelichte situaties onder de aandacht te brengen, zoals bijvoorbeeld de situatie van de Oeigoeren. Zij zijn een minderheid in China, die daar wordt opgesloten in kampen. Een van onze ereleden, de Oeigoerse schrijver Perhat Tursun, verdween in zo’n kamp.

Heeft je werk voor PEN Vlaanderen je ook anders naar je eigen schrijverschap doen kijken?

Mijn werk voor PEN doet me eens te meer beseffen wat een luxepositie we als schrijver in Vlaanderen hebben. Die luxepositie betekent voor mij ook dat ik het mijn plicht vind om te ijveren voor zij die dat geluk niet hebben. Dankzij PEN heb ik heel wat bijzondere schrijvers leren kennen uit landen overal ter wereld. Hoewel zij vaak uit heel andere en moeilijkere situaties komen dan ikzelf, valt het me altijd op in onze gesprekken dat we elkaar als schrijvers snel begrijpen. Zij worstelen vaak ook met dezelfde dingen als ik: hoe maak ik schrijftijd vrij? Welke vertelvorm heeft mijn verhaal nodig?

Welke boeken kan je zelf aanraden van auteurs en journalisten die je via PEN hebt leren kennen?

We hebben op onze PEN website een boekenkast, eigenlijk alle boeken daarin zijn aanraders. Onlangs heb ik erg genoten van ‘Ik wens mijn huis as’ van Daria Serenko. Het is belangrijk dat we ook de Russische tegenstemmen steunen en bovendien is dit echt een prachtig boek.


Een van de auteurs die nu in de PEN-flat verblijven, is de Palestijnse schrijfster uit Gaza, Sahar Mousa. Op 30 maart was ze aanwezig op het tweejarige internationale Passa Porta-festival in Brussel.

Kan je ons wat meer over jezelf vertellen? Welke weg heb je tot nu toe gevolgd?

Ik heb in Gaza gewoond tot ik 24 was. Toen schreef ik politieke artikels en poëzie. Ik werkte ook voor een literair magazine, getiteld “28”, in een bestuursfunctie, volledig vrijwillig. Het cijfer 28 staat trouwens voor het aantal letters in het Arabisch. Begin 2016 werden er bedreigingen geuit naar ons, een groep schrijvers waar ik deel van uitmaakte. Toen besloot ik te vluchten, eerst naar Egypte waar ik twee jaar gewoond heb. En in 2018 ben ik dankzij ICORN en op uitnodiging van de Zweedse PEN-tak in Stockholm beland. Nu ben ik sinds maart tot augustus op uitwisseling hier in Antwerpen.

Je was uitgenodigd op het internationale Passa Porta-festival in Brussel om daar te komen spreken. Hoe was dat voor jou?

Het was een geweldige ervaring. Voor mij was het een gelegenheid om te spreken over wat er nu gebeurt in Gaza. Het was de eerste keer dat ik dat in het openbaar deed. Nu voelde ik dat ik de stem moest vertolken van wie nu in Gaza leeft en wat er nu aan het gebeuren is. Ghayath Almadhoun [een Syrisch-Palestijnse dichter] en ik werden geïnterviewd door Öznur Karaca [een Belgisch-Turkse schrijfster]. We spraken over literatuur, over hoe onze situatie ons werk als schrijver beïnvloedt, en over de toestand in Gaza nu.

Ook in Zweden deed ik dat nog niet want het waren twee zware jaren in het begin, en ik kon dat nog niet. In Brussel had ik die moed eindelijk wel opgebouwd. Ik ben bij het uitbreken van de oorlog in Gaza drie maanden met een heel diverse groep mensen van overal in hongerstaking gegaan in Zweden, niet alleen Palestijnen. Ik kon toen wegens mijn gezondheid niet werken of mobiel zijn. De enige manier om toen verslag te doen van wat er in Gaza gebeurde, was online en dat deed ik dan ook. Ik probeerde een brugpersoon te zijn: hulp zoeken en bieden aan mijn familie en vrienden die daar wonen, en vertellen over de situatie in Gaza naar buiten toe, om al die stemmen te vertegenwoordigen.

Je schreef journalistieke stukken en poëzie toen je in Gaza woonde. Hoe lang ben je daar mee verder gegaan?

Ik ben gestopt met het schrijven over andere zaken toen de oorlog begon, en gebruikte toen mijn journalistieke ervaring om over de situatie nu te berichten. Ik kon over niets anders schrijven sindsdien, ook omdat ik steeds het gevoel heb dat ik de vele stemmen uit Gaza moet vertegenwoordigen en moet vertellen over het vele lijden. De oorlog heeft mij overmeesterd en ik heb het gevoel dat mijn stem niet meer van mezelf is. Ik voel alsof ik mezelf verloren heb door de hele toestand. Het persoonlijke gesprek is meestal verdwenen.

Is dat zo omdat je er zelf altijd over wilt praten, of ook omdat anderen zoals ik nu, er telkens naar vragen?

Dat komt van beide kanten. Ik voel dat ikzelf niet anders kan dan het erover te hebben, en ook omdat mensen ernaar vragen. Mensen zien jou als een vertegenwoordiger, en ik voel mij verantwoordelijk. Mijn hele familie woont daar. Het is een existentiële zaak. Er is een macht die Gaza en de Gazanen aan het uitwissen is. Alles wat ik ken uit mijn verleden, is aan het verdwijnen en het voelt alsof mijn identiteit wordt aangevallen.

Palestijnen worden ook erg geëngageerd en politiek groot gebracht. Het is iets in onze persoonlijkheid omdat we gedurende heel ons leven al strijd hebben gevoerd, en dit ook nog lang zo zal blijven.

Hoe ben je met schrijven gestart?

Ik heb altijd geschreven tijdens mijn schooltijd, en tijdens mijn hogere studies ben ik daarin volwassener geworden. Ik had dan mijn werk voor het literaire tijdschrift “28” dat ik volledig vrijwillig deed. Onze groep draaide zelf op voor de kosten van het tijdschrift en mijn job was om de fondsenwerving te doen om te kunnen blijven functioneren. Het tijdschrift is nog steeds actief en dat is een mooi succes. De periode dat ik in Egypte zat, was op financieel vlak erg moeilijk maar tegelijkertijd ook heel rijk voor mij. Gaza is geïsoleerd en je bent er op jezelf teruggeworpen. Je wereld is er heel klein. In Caïro is mijn wereld open gegaan en kon ik blijven schrijven. Ik ben verliefd geraakt op Caïro. Het was een moeilijke tijd maar ik kijk er met nostalgie op terug. Ik was vroeger steeds aan het lezen en ik had dromen en verwachtingen van hoe het leven eruit zou zien. In Egypte ben ik in het werkelijke leven gegooid en heb ik zelfstandig leren leven zonder de controle van mijn familie. Ik denk wel dat ik Egypte vandaag niet meer zou herkennen. De situatie is er weer helemaal anders en ook veel moeilijker geworden.

Probeer je hier in Antwerpen meer te schrijven? Heb je de stad al wat leren kennen?

Ik probeer hier meer te focussen op het schrijven inderdaad. En de vrijwilligers van de PEN-flat hebben me al wat rondgeleid en dingen getoond. Ik ben gebiologeerd door Antwerpen, ik vind dat Antwerpen een identiteit uitstraalt. Zelfs de gebouwen hier schijnen dit uit. Hier staan veel oude gebouwen uit verschillende periodes die een verhaal hebben.

In Gaza is er niets meer. Ik heb de vernietiging die er plaats vond, altijd gehaat. Er zijn altijd nieuwe gebouwen gezet. Gaza moe(s)t altijd nieuw opgebouwd worden, en opnieuw en opnieuw, na iedere verwoesting. Je hebt er niets meer wat overblijft van de geschiedenis. Dan heb je ook geen verhalen meer. Antwerpen is een stad die al heel lang bestaat, en er is best nog heel wat van overgebleven om te tonen.

Voor mij is Palestina ook altijd meer een idee geweest van een thuisland dan dat het een echt thuisland is. Palestina is al heel lang en voor heel veel generaties geen leefbaar thuisland meer waar je in vrede kan leven en vooruitgaan.

Gaat Palestina dat ooit kunnen zijn volgens jou?

We hebben alleen maar de hoop dat het dat ooit zal worden. En dat het geen tijdelijk onderkomen blijft. We zullen het streven naar dat thuisland altijd in ons bewustzijn hebben.

Ellen: ICORN heeft de ervaring dat de auteurs en journalisten die aankomen in hun gaststad overdonderd zijn. Net zoals andere nieuwkomers moeten zij integreren, een nieuwe taal leren, een huis, een job vinden en een nieuwe levenswijze. En daarnaast hebben ze elk een zware rugzak te dragen. Dat is erg veel voor hen. Zo kunnen ze niet altijd ontspannen en opnieuw aan schrijven toekomen. In onze PEN-flat verwelkomen we auteurs om hen uit hun dagelijkse stresserende leven te halen zodat ze zich hier meer kunnen focussen op het schrijven zelf.

Sahar: Ik moest aantonen dat ik zelf in mijn levensonderhoud kon voorzien om een officiële domicilie te krijgen. Ik heb in Zweden steeds kunnen werken en zodoende was dat niet zo moeilijk voor mij. Ik ben er ook wel aangekomen voordat het Zweedse immigratiebeleid nu veel rechtser en harder is geworden. Ik heb nog altijd heel wat stress in mijn dagelijkse leven, en ben blij dat ik nu even in Antwerpen ben.

Wat voor auteur was je in Gaza? En welke literatuur en auteurs hebben je beïnvloed?

Ik schreef poëzie, maar de moderne stijl die meer bij die van het Westen aanleunt. De traditionele Arabische stijl in poëzie is heel ritmisch en muzikaal. De stemmen klinken ook erg luid. De nieuwere poëzie is persoonlijker. Als auteur kan je je eigen taal dan meer uitvinden. De poëzie nu is meer open voor verschillende invloeden en is vrijer. Ik hou daar meer van. In de jaren 60 en 70 van de 20ste eeuw waren er vele politieke auteurs en dichters in onze regio, waaronder Mahmoud Darwish. Ik sta open voor veel vormen van poëzie, bv. ook Amal Dunqul, een Egyptische dichter uit de jaren 60 die zijn tijd ver vooruit was. Ik ben ook beïnvloed door het surrealisme, bv. Salvador Dali, de schilder, en het magisch realisme. In de jaren 50 en 60 is er in het Midden-Oosten een grote vertaalbeweging geweest van auteurs over heel de wereld, en zijn er heel wat nieuwe namen bekend geworden. Jorge Borges [een Argentijnse dichter en schrijver] heeft mijn hart ook geraakt.

Helemaal in het begin ben ik kunnen vluchten in boeken en was ik een veellezer. Ik leefde toen mijn leven door wat ik aan het lezen was. Ik probeerde zo mijn eigen taal te vinden omdat ik toen veel had waarover ik niet kon spreken. En op een dag merk je dan tot je eigen verbazing dat je de woorden hebt gevonden om uit te drukken wat je binnenin jezelf voelt. Voor mij is dat de poëzie geworden, de manier om me uit te drukken. Zo ben ik een tijdje gaan leven op papier, voor mij ook een manier van escapisme.

Ten slotte: Haalt het iets uit dat wij ons hier blijven uitspreken tegen de oorlog voor de mensen die proberen te overleven in Gaza terwijl onze politici er niets mee doen?

De bewustwording in de internationale gemeenschap, ook in de westerse wereld, bij de burgers is vrij groot en dat is hartverwarmend. Er zijn soms kleine openingen, bv nu president Macron van Frankrijk die een verdere stap wil nemen t.a.v. Palestina. Wat mijn hart nog meer verwarmt, is dat vele jonge mensen zich interesseren in de situatie in Gaza, en de oorlog sterk blijven verwerpen. Dat geeft me hoop dat de toestand die er nu heerst op langere termijn kan veranderen. Als mensen zich blijven uitspreken tegen de oorlog wordt dat gezien door de mensen in Gaza. Ze putten daar hoop uit om verder te gaan met hun leven.

21 april 2025

Onder Palestijnen. De Intifada in beeld - Joe Sacco

 Een dertig jaar oud ogen openende graphic novel

 

Cover Onder Palestijnen - Joe Sacco

De graphic novel (grafische roman) ‘Palestine’ (‘Onder Palestijnen’ in het Nederlands) van de prijswinnende Amerikaans-Maltese journalist-illustrator Joe Sacco (Portland, Oregon) kende eind 2023, in ieder geval in de Engelstalige wereld, een nieuwe druk en een nieuw verkoopsucces. (*) Dit natuurlijk door het uitbreken van de oorlog tussen Israël en de Palestijnse terreurgroep Hamas in Gaza. Oorspronkelijk is dit prijswinnende boek gepubliceerd in 9 afleveringen, tussen 1993-‘95, en biedt het een diepgaand verslag van Sacco’s bezoek aan de Palestijnse gebieden in 1991-‘92, tijdens de Eerste Intifada. Sacco heeft er in 9 delen straffe cartoons over persoonlijke verhalen en ervaringen van gemaakt.

Aan de hand van verhalen van de mensen die hij interviewt, documenteert hij de Palestijnse geschiedenis die op dat moment al uitgewist wordt. Sacco groeide zoals zovelen in de westerse wereld op met de geschiedenis van het Midden-Oosten door voornamelijk Israëlische ogen, en hij beschrijft eerlijk hoe hij daardoor zelf erg onwetend is en vooroordelen heeft.

De auteur combineert zijn cartoons met veel tekst om aan de duidelijkheid niets over te laten. Zijn donkere humor en sarcasme komen terug in zijn zwart-witte cartoons net als in zijn teksten. De tekeningen zijn veelal schokkend en de portretten die hij maakt, zijn erg expressief en staan meestal grimmig of tonen veel verdriet.

Sacco benadert de verhalen die hij te horen krijgt, met een vreemde mengeling van betrokkenheid en emotionele afstand. Hij wil de Palestijnse ervaring van dichtbij meemaken, maar tegelijkertijd ook afzijdig blijven. Daardoor komt hij soms wel sensatie zoekend en koud over. Hij toont zichzelf op deze manier als een niet zo sociaal aangelegde journalist met een nerdy brilletje.

Hij onderzoekt hoe Amerikaanse media de menselijke slachtoffers aan Israëlische zijde een gezicht geven, terwijl Palestijnen naamloos en gezichtsloos blijven, en ze zo dehumaniseren. De Palestijnen die Sacco ontmoet, zijn daarom sceptisch over de impact van journalistiek. Velen betwijfelen of hun verhalen ooit correct zullen worden verteld of tot verandering zullen leiden. Eén man weigert zelfs zijn verhaal te delen, uit angst voor represailles nadat een eerdere ontmoeting met een journalist leidde tot twee jaar gevangenschap.

Sacco belicht de tegenstrijdigheden in het conflict. Terwijl de Israëlische identiteit en veiligheidsmaatregelen worden geprezen, krijgt dezelfde vraag van de Palestijnen geen erkenning. In één fragment beschrijft een Amerikaanse Jood: "Israël heeft een sterk leger nodig. Het is omringd door vijanden." Maar wanneer Palestijnen vergelijkbare veiligheidsoverwegingen uiten, worden ze vaak afgeschilderd als extremisten.

De onrechtvaardigheid komt bv. naar voren in een incident waarbij een huis werd bekogeld met stenen. Terwijl Palestijnse daders streng worden gestraft, blijven Israëlische daders vaak ongestraft. Een huiseigenaar merkt op: "We hopen te horen over de aanklacht tegen jullie extremisten zoals we horen over die van de onzen." De grafische roman toont talrijke voorbeelden van discriminatie en ontberingen van Palestijnen.

Te midden van deze omstandigheden toont het verhaal ook momenten waarop het leven gevierd wordt. Een vader die zijn zoon verloor aan geweld zegt tijdens een bruiloftsfeest: "Ik voel pijn in mijn hart om de dood van mijn zoon, maar we moeten DEZE gelegenheid vieren... we moeten laten zien dat we sterker zijn dan de pijn."

Sacco documenteert de uitwissing van de Palestijnse geschiedenis. Een oudere Palestijn vertelt hoe hij zijn familie meenam om zijn voormalige land te zien: "Ze hebben alles vernietigd. Er is geen teken dat we er ooit hebben gewoond."

Het boek geeft een beknopte geschiedenis van het conflict, inclusief hoe drie kwart miljoen Palestijnen in 1948 vluchtten of werden verdreven uit wat nu Israël is. Sacco vermeldt hoe bijna 400 Palestijnse dorpen werden verwoest en hoe vluchtelingenkampen semi-permanent werden - geen tijdelijke tenten, maar permanente nederzettingen waar mensen televisie kijken, winkelen en families grootbrengen.

Gevangenschap is een terugkerend thema in het boek. Met 90.000 arrestaties in de eerste vier jaar van de intifada werd gevangenschap een algemene ervaring onder Palestijnse mannen. Sacco merkt op dat hij verbaasd is wanneer hij een man in zijn midden-20 ontmoet die níet gearresteerd is geweest.

De roman toont de diepgaande impact van het conflict op het dagelijks leven:

  • Een falafelverkoper in Ramallah vertelt hoe hij vroeger zeven mensen in dienst had, maar nu alleen met zijn vader werkt omdat dorpelingen de stad vermijden vanwege militaire aanwezigheid.
  • De 15-jarige Firas vertelt dat hij nooit aan iets anders denkt dan de intifada. Op zijn leeftijd is hij al eenmaal neergeschoten en driemaal gearresteerd. Wanneer Sacco vraagt naar zijn ouders' mening, zegt Firas: "Mijn ouders zeggen dat ik een goede zaak dien."
  • Een man beschrijft hoe soldaten hem dwongen zijn eigen olijfbomen om te hakken, waarvan sommige meer dan 100 jaar oud waren en geplant door zijn vader. "Ik voelde dat ik mijn zoon doodde toen ik ze omhakte," zegt hij. Sacco merkt op dat Israëli's meer dan 120.000 Palestijnse olijfbomen hebben ontworteld in de eerste vier jaar van de intifada.
  • Jongerenclubs worden gesloten gehouden, waardoor kinderen bv niet onder elkaar kunnen voetballen. In plaats daarvan richten ze zich op de strijd en zingen ze liederen over de intifada, zelfs op school. Bijna elk huis heeft iemand die gevangen, overleden of gewond is.
Aan het einde van zijn reis ontmoet Sacco twee jonge vrouwen uit Tel Aviv. Eén van hen, Naomi, zegt: "Misschien zou ik, als ik een Palestijn was, ook een terrorist zijn om mijn land terug te krijgen..." Later voegt ze toe: "Ik weet dat de omstandigheden in de vluchtelingenkampen slecht zijn, maar in het algemeen zijn de omstandigheden voor de Arabieren onder bezetting beter dan voorheen."Zo beschrijft Sacco dikwijls tegenstrijdige standpunten, soms zelfs van dezelfde personen. De Israëlische vrouwen worden uiteindelijk geïrriteerd door Sacco's focus op het conflict en laten hem weten dat ze er niet altijd aan willen denken. In tegenstelling tot de Palestijnen die hij ontmoet en de luxe niet meer hebben dit te kùnnen negeren. 

‘Onder Palestijnen’ is een al 30 jaar oud maar ogen openend verhaal, dat de geschiedenis brengt van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Historische gebeurtenissen moeten herkend en herinnerd worden, omdat ze een blijvende invloed hebben op onze wereld van vandaag. Geschiedenis brengt inzichten en het is belangrijk om verhalen vast te leggen van gemarginaliseerde groepen en oudere generaties vooraleer deze verloren gaan. 

Dankzij de gegroefde gezichten en emotioneel beladen tekeningen in ‘Onder Palestijnen’ evenals in zijn latere graphic novels blijven zeker voor visueel ingestelde lezers de verhalen van Joe Sacco, die al doende het genre van de ‘journalistieke graphic novel’ heeft uitgevonden, zeker zo lang hangen. 

Sacco zelf liet in december 2023 in de krant The Guardian noteren dat hij blij is dat het boek opnieuw in druk is en een nieuw publiek bereikt, maar dat de reden daarvoor hem tegelijkertijd ook erg bedroeft. 

“That the book itself still has relevance is a sorry testament to the enduring tragedy of the Palestinians – though, in some ways, it’s also a tribute to their fortitude, their unwillingness to give in.(*)

(*) https://www.theguardian.com/books/2023/dec/10/joe-sacco-palestine-graphic-novel-gaza-print-new-readers

Enkele maanden geleden kwam er bij de New York Times een drie pagina lange strip uit die Joe Sacco samen met die andere graphic novel-grootheid Art Spiegelman (MAUS) maakte, waarin ze beiden hun wanhoop uitten over wat er nu in Gaza gebeurt. De Standaard mocht de strip overnemen, die hier te vinden is: https://www.standaard.be/media-en-cultuur/grootheden-art-spiegelman-en-joe-sacco-verbeelden-samen-hun-wanhoop-over-gaza/40518079.html .


Titel: Onder Palestijnen. De Intifada in beeld
Auteur: Joe Sacco
Uitgever: Xtra
Jaar: 2005

16 april 2025

Gelezen januari - maart 2024


Covers boeken gelezen


Een Kerstklassieker na Kerstmis uitgelezen, drie mooie romans, een filosofisch testament, en poëzie: dit is mijn leeslijst van de eerste drie maanden van 2025:

  • A Christmas Carol van Charles Dickens: genieten van de geweldige pen van deze Britse auteur
  • Feest van het begin van Joke van Leeuwen. Recensie
  • Leer me alles wat je weet van Hanna Bervoets. Recensie 
  • De Dolle mootjes van 2025: Maud Vanhauwaert's stukjes uit de morgen deels gebundeld
  • Tosca, de debuutroman van diezelfde Maud Vanhauwaert. Recensie
  • Na de groote avond, een testament, in essay-vorm van emeritus Professor Ludo Abicht. Recensie
  • Bundel nav de Poëzieweek met gedichten en foto's rond het thema Lijfelijkheid van district Merksem
  • Plakboel, een erotisch lang gedicht door Charlotte Van den Broeck
  • Richtingloos navigeren, de nieuwe bundel van Esohe Weyden, de nieuwe stadsdichter van Antwerpen
  • Alleen de warme dagen waren echt van Rob van Essen. Poëzietip

14 april 2025

Tosca - Maud Vanhauwaert

Proza en poëzie tussen taal en witregels


Tosca - Maud Vanhauwaert boekcover


In haar prozadebuut Tosca bewijst de geweldige en gelauwerde Vlaamse dichteres Maud Vanhauwaert dat ze ook een beeldrijke, psychologische en spannende roman kan schrijven.  In dit boek creëert ze een rijk en gelaagd verhaal waarin vertaalster May Solovjov, na een lezing over een Russische dichteres, een mysterieus bericht ontvangt van een jonge vrouw genaamd Aline: "Het was mijn laatste wens om het te kunnen meemaken." 


De toon van haar bericht is onrustwekkend, en drijft May ertoe contact met haar te zoeken. Wat volgt is een kat-en-muisspel, waarin May obsessief probeert door te dringen tot het gesloten boek dat Aline is. Daarvan getuigt ook de binding van de eerste druk van dit boek: de zogenoemde Japanse binding maakt dat de lezer de pagina’s zelf los dient te snijden. Zo gesloten het boek is, is Aline dus ook. Ritsen maar! 

De communicatie tussen de twee vrouwen verloopt moeizaam; Aline klapt dicht en verdwijnt af en toe. May probeert een verhaal te construeren met de weinige tips die ze krijgt, om haar eigen nieuwsgierigheid te bevredigen, evenals om haar vriendin Lou te overtuigen dat ze met iets zinvols bezig is. 

Lou heeft eigenlijk vooral schrik dat May zich laat meeslepen door de interne strijd die zich in de geslote Aline moet afspelen. Het meta-niveau van het boek ligt hoog: May schrijft aan haar redacteur een verhaal over wat ze van Aline te horen krijgt – en waarvan we niet weten wat allemaal waar is - en laat daar nog haar eigen literaire vrijheid op los. Daar laat ze Aline op háár beurt ook nog eens op reageren. 

Het is frustrerend voor zowel May als de lezer dat het verhaal van Aline zich zo traag afspeelt, en Maud Vanhauwaert brengt die frustratie en die wrevel dan ook heel goed over. Maar diezelfde wrevel is ook intrigerend. De schrijfster wil zo bereiken dat we als lezer nadenken over de aard van verhalen en hoe we die interpreteren. Sommige scènes en ook de aangeboorde thema’s zijn zwaar, maar opnieuw wordt het schrijven van Maud luchtig gehouden door witregels en toch ook wel humor hier en daar. In het laatste deel gebeurt er ook ineens veel meer. 

De gedichten die doorheen het boek zijn opgenomen, breken af en toe het ritme van de roman, maar zijn interessant genoeg om het gemoed van May beter te leren begrijpen. Deze gedichten doen qua sfeer denken aan en verwijzen naar enkele grote Russische dichters en auteurs. Het is dan ook geen slecht idee om deze gedichten na de roman te hebben beëindigd, pas / nog eens te lezen.   

Maud Vanhauwaert hanteert net als in haar poëzie een beeldrijke taal met originele metaforen. Het einde werkt verstommend en is tegelijkertijd ambigu, en laat enkele vragen nog onbeantwoord.
De emotie die zich vastzet in je lichaam na dit boek te hebben gelezen, is misschien wel waarnaar de titel "Tosca" verwijst, namelijk naar het Russische woord "toska", een complex gevoel van verlangen en melancholisch verdriet, dat moeilijk te vertalen valt.  Ook Aline valt moeilijk te “vertalen”, wat – niet toevallig -  aansluit bij de vragen die May's beroep als vertaler kunnen oproepen. 

Gevestigde dichters die ook proza beginnen te schrijven, hebben “het” al in hun pen. Maud Vanhauwaert hoort in het rijtje thuis van auteurs die mij zowel met gedichten als met proza, en ook als auteur zowel als performer op het podium weten te raken.  

Titel: Tosca
Auteur: Maud Vanhauwaert
Uitgever: Das Mag
Jaar: 2023

06 april 2025

Straffe avond: Esohe Weyden, Annelies Verbeke en Maud Van Hauwaert

Een avondje samen lezen en samen luisteren


Foto van de auteurs, vlnr: Esohe Weyden, Annelies Verbeke, Maud Vanhauwaert
(c) Isabel Hessel, Antwerpen Leest

12 maart, artikel op www.antwerpenleest.be


Op woensdag 5 maart werden naar aanleiding van de Internationale Vrouwendag drie “straffe vrouwen” aan elkaar gekoppeld in een nieuw concept van bibliotheek Merksem. Op Kasteel Bouckenborgh werden Esohe Weyden, Annelies Verbeke en Maud Vanhauwaert verwelkomd om een gesprek met elkaar aan te gaan, door middel van vragen i) die ze zelf hadden voorbereid, ii) van de zogenaamde “Marcel Proust-vragenlijst” (vooral rond zelfinzicht) en iii) uit het publiek. De laatste twee categorieën vragen kwamen in een bokaal om willekeurig vragen uit te halen. Hun antwoorden werden afgewisseld met stukjes uit eigen werk. Boeiend, vermakelijk en soms ook verrassend. Conclusie: straffe vrouwen!

Vooraf deed ik mee aan een sessie “Samen lezen”. Gewoonlijk duurt zo een samenkomst twee uur, nu hadden we een uurtje om met een volle tafel twee gedichten van Esohe en Maud, en een stuk uit een theatertekst van Annelies te lezen en te bespreken. Tot een conclusie kwamen we niet, maar met de aanwezigen, waaronder toch weer een aantal bekende gezichten, werd er toch zoals steeds fijn over en weer gebabbeld. Het was alvast een toffe kennismaking en opwarmer om vervolgens de drie dames zelf te aanhoren.

Het vragenstellenconceptje werkte wonderwel. Het zou kunnen liggen aan het feit dat de genodigden hun vragen goed hadden voorbereid en goed naar elkaar luisterden. Het zou eraan kunnen liggen dat het publiek in mooie getale gekomen was en ook aandachtig luisterde. Maud kreeg de taak om de timing in de gaten te houden, en brak alvast zelf het ijs met de vraag of haar collega’s liever de vragen zelf stelden als interviewer, of liever de antwoorden gaven. De volgende vragen van de twee anderen haakten daar direct goed op in en eigenlijk leek alles zo heel vlotjes op elkaar te volgen. 

Boeiend om te horen was in welke mate ieder van hen meer schreef in eerste instantie voor de lezer en om goed begrepen te worden of toch meer voor zichzelf. Na 22 jaar schrijfervaring vroeg Annelies zich hardop af of ze durfde meer de lezer los te laten, en of dit wel wenselijk is.

En hoe ging Esohe haar stadsdichterschap invullen? Als iemand die haar roots in de podiumpoëzie heeft, wil ze vooral terug meer fysieke samenkomsten organiseren, ook met diegenen die niet direct naar een klassieke poëzieavond komen. Deze dingen verzoenen zag ze wel als een uitdaging. Dat is immers niet alleen goed schrijven, maar ook organiseren, vormgeven, en dat in een context die past bij een stad als Antwerpen.

Fijn was te horen dat, na een periode waarin het stadsdichterschap gebrouilleerd raakte met het Antwerpse stadsbestuur, er met het aanstellen van Esohe opnieuw een nieuwe wind aan het waaien is. De literaire organisaties die het stadsdichterschap eerder ondersteunden, blijven ook betrokken. Maar, zo vertelde Esohe, het blijft een strijd om financiering te krijgen om de projecten van de stadsdichter te kunnen organiseren. Wat haar ertoe dreef om dit mandaat te aanvaarden, ook toen het nog niet zeker was wie het nieuwe bestuur zou vormen, en ze onzeker was en het eng vond om de sprong in het diepe te wagen, is dat ze zich vereerd voelde. Ze vindt het belangrijk dat het stadsdichterschap blijft bestaan en ze wil hier zelf mee voor zorgen.

Voor het komende jaar klinkt dit alvast veelbelovend. Laten we dus allemaal duimen dat de concrete ideeën waar onze nieuwe stadsdichter al mee bezig is, ook verder uitgevoerd kunnen worden!

Vanuit het publiek kwam ook een vraag over de rechtmatige plaats van vrouwelijke auteurs in het literaire landschap. Wie zou nu op deze vraag gekomen kunnen zijn? 😉 Annelies heeft zelf tijdens haar literatuuropleiding een gat in haar cultuur opgelopen omdat in die tijd maar heel weinig vrouwelijke auteurs werden besproken.

Vanaf 2020 tot april ’24 is ze lid geweest van Fixdit, een collectief van Nederlandse en Vlaamse schrijfsters, dat streeft naar meer diversiteit in de canon, op de leeslijsten van scholen, en in de literaire prijzen waarin vrouwen steeds ondervertegenwoordigd zijn geweest. Samen met Janna Loontjens en in samenwerking met de Nederlandse “De Gids” maakte Annelies de “Fixdit-podcast”, met maar liefst 18 episodes, waarin klassieke werken werden uitgelicht met behulp van kenners, van vrouwelijke auteurs die in hun eigen tijd bekend waren maar in de vergetelheid zijn geraakt. Een paar interessante namen in deze podcast zijn bv Virginie Loveling, Patricia De Martelaere en Carry van Bruggen. Deze vrouwelijke auteurs zijn in het literaire landschap zo terug op de kaart gezet, en enkele uitgevers hebben hierdoor ook enkele van deze werken en auteurs opnieuw uitgebracht.

Nog vele andere vragen werden gesteld en beantwoord. Door eentje van de Marcel Proust-vragenlijst kwamen we te weten dat Maud haar werkmotto heeft geleend van de grote Herman de Coninck “Poëzie komt pas als je er op wacht, zonder nog te wachten.” Een levensmotto kon ze zo voor de vuist weg wel niet direct geven.

Esohe’s leeslust werd gefnuikt tijdens en na haar studie Rechten. Ze is nu ook recent een doctoraat begonnen in deze richting. Ze leest nu meer gedichten en kortere teksten omdat ze ook als onderzoekster natuurlijk altijd met haar neus in de (juridische!) teksten zit. Dat je je brein dan even wil laten rusten met totaal iets anders, verrast me helemaal niet. Esohe had op haar leeslijst als 16-jarige ook enkel maar poëzie van mannelijke dichters staan, waardoor ze nadien veel diverser is gaan lezen om zo haar opgelopen achterstand in te halen. Dit is ook heel herkenbaar voor mezelf.

Fijn was toch ook om deze drie straffe vrouwen te horen voordragen uit eigen werk.

Allemaal straf werk van deze fijn vrouwenavond. Ik zag nog een hele groep lezers napraten, sommigen met een nieuwe literatuuraankoop, allen met een voldane glimlach, en weer opgeladen voor een tijdje. 

16 maart 2025

Leer me alles wat je weet - Hanna Bervoets

Een caleidoscopisch verhaal dat een heel leven omspant en vele thema’s aankaart

Leer me alles wat je weet - Hanna Bervoets cover


In een caleidoscopisch verhaal en haar langste roman tot nu toe, neemt Hanna Bervoets ons mee in het leven van een merkwaardige en complexe vrouw, Danielle 'Daniel' de Koster. Het verhaal begint na haar plotse dood wanneer haar partner Jodie, veertien jaar jonger, besluit Daniels levensverhaal te reconstrueren.


In tien niet-chronologische delen die verschillende periodes uit Daniels leven belichten, leren we haar kennen vanuit het standpunt van Jodie. We beginnen in 'het midden' – de gelukkigste tijd in Jodies en Daniels relatie – en bewegen van daaruit terug en vooruit in de tijd. Door deze structuur ontvouwt Daniels leven zich geleidelijk voor de lezer. Op de helft van het boek komt er wel meer vaart in het verhaal.

Daniel is een eigengereide en koppige vrouw, zelf getekend door een fysieke beperking en chronische pijn na een ongeluk. Ze wijdt haar leven aan het bijstaan van mensen die nog geen medische diagnose hebben maar wel lijden. Via gesprekken met mensen die haar goed kenden, zowel vrienden als voormalige patiënten, reconstrueert Jodie niet alleen Daniels leven, maar ook haar gecompliceerde persoonlijkheid. Hoe onbaatzuchtig een bepaald engagement voor anderen kan zijn, is voor mij een herkenbaar thema.

Bervoets geeft in deze roman een stem aan gemarginaliseerde groepen in de samenleving, in het bijzonder aan mensen met chronische aandoeningen die vaak niet serieus worden genomen door de medische wereld. Zo kan je lezen over Daniels werk bij de hiv-vereniging in de jaren '90 en later bij stichting Lucille, die ze samen met Jodie opricht om mensen te helpen bij het vinden van diagnoses en behandelingen.

De roman bekritiseert scherp hoe het medische systeem vaak tekortschiet, vooral voor vrouwen. Bervoets brengt een waaier aan on- of verkeerdelijk gediagnosticeerde vrouwelijke aandoeningen in beeld: hartproblemen die niet worden gezien, endometriose wat wordt afgedaan als 'zware menstruatieklachten', en kankerpatiënten die minder behandelingen krijgen dan mannen. Ze zet de spotlight op wat ze eerst 'medische onwetendheid' noemt, en wat later volgens haar blijkt voort te komen uit systemische problemen in de gezondheidszorg. Een issue dat nu ook overigens meer en meer aan bod komt in de geneeskunde. Als je een zwarte vrouw bent, ben je er meestal nog erger aan toe.

Daniel, zonder sterke familiebanden, vindt verbondenheid in vriendschappen en haar inzet voor verschillende gemeenschappen. Bervoets stelt scherp op hedendaagse invullingen van familie, gebaseerd op ‘eigen keuze’ in plaats van enige vorm van bloedverwantschap.

De liefdesrelatie tussen Jodie en Daniel wordt genuanceerd weergegeven. Hun band is complex, soms stormachtig, en laat zien hoe de balans tussen partners kan verschuiven wanneer een van hen ziek is of wanneer professionele en persoonlijke rollen door elkaar lopen. Wat onder andere een wig tussen hen drijft, is de zoektocht naar erkenning. Daniel zoekt haar eigenwaarde in de waardering van anderen, in het gevoel nodig te zijn. Jodie daarentegen zoekt erkenning van Daniel zelf. Ze voelt zich regelmatig genegeerd door Daniels focus op het helpen van anderen en worstelt met de opofferingen die ze heeft gemaakt voor Daniels droom.

Ook de rol van technologie als verbindend instrument komt aan bod. In de jaren '90 zijn vroege computers en het internet cruciaal voor de aidsgemeenschap om informatie en ervaringen te delen via "hiv-net". Later ontmoeten Jodie en Daniel elkaar via een online forum waar Jodie hulp zoekt voor haar moeder. De schrijfster beoordeelt technologie genuanceerd: het kan zowel menselijke verbindingen versterken als veranderen, en biedt een platform voor gemarginaliseerde groepen om zich te laten horen en te organiseren.

De schrijfster schrijft heel mooi en vermijdt overdreven sentimentaliteit ondanks de zware thematiek. Ze excelleert in haar beschrijvingen en neemt voldoende tijd voor het gevoelsleven van de personages. Alleen komt er soms zoveel aan bod dat al die personages en thema’s niet altijd goed blijven hangen, en als lezer weet je ook niet altijd direct welke personages er nog gaan terug komen later. Vaak dragen de vele details bij aan het geheel, maar het boek blijft een dikke pil en dat maakt het niet evident om zo lang in het verhaal te blijven zitten.

In dit boek zit zoveel in dat je goed moet blijven lezen tot aan het einde. En het is zeker herkenbaar – en wie weet behulpzaam – voor de vele mensen die in het echte leven ook worstelen met medische aandoeningen die vaak niet juist gediagnosticeerd worden. Bervoets is één van de schrijvers die me blijven fascineren.

Titel: Leer me alles wat je weet
Auteur: Hanna Bervoets
Uitgever: Pluim
Jaar: 2023

06 maart 2025

Na de Groote avond. Kan empathie de wereld redden? - Testament - Ludo Abicht

Tijd nemen en even stil blijven staan

 

Cover Na de Groote avond. Kan empathie de wereld redden?

In verwarrende en steeds maar veranderende tijden doet het goed om boeken of essays te lezen waar je wat langer bij stil kan staan, én waarvan je veronderstelt dat de auteur er ook wat langer bij stil zal hebben gestaan om ze te schrijven. Zo verscheen eind 2024 “Na de groote avond: Kan empathie de wereld redden?” van Ludo Abicht, die Klassieke Filologie, Filosofie en Duitse Literatuur heeft gestudeerd, en professor is geweest aan o.a. de Universiteit Antwerpen, de Ugent, en enkele Amerikaanse universiteiten. Ik las van hem reeds een aantal boeken over het jodendom, het steeds opflakkerende en nu brandende thema Israël-Palestina, en kreeg ook ooit eens een vak van hem. 

In dit testament gaat hij op zoek  naar een antwoord op de vraag, wat na de ineenstorting van de socialistische wereld. De term “De groote avond” gaat terug op de periode na een revolte of de omverwerping van een regime. Dan komt er een emotionele ontlading en wordt er een – in zijn aangehaalde gevallen links – autoritair regime geïnstalleerd waarin (zelf)kritiek geen kans heeft.   

In het najaar van 2024 was er al minder hoop, en nu nog een pak minder met het ene onheilsbericht na het andere en de verschillende oproepen waarin meer en meer de oorlogstrom wordt geroerd.  

Abicht vindt hoop in de Afrikaanse Ubuntu-filosofie, bij de Maya-levensfilosofie, en de microfinanciering die in Afrika en Centraal-Amerika vooral vrouwen in armere gemeenschappen in de ‘driver’s seat’ zette. 

Ludo Abicht combineert zijn idealen met een empathische houding voor de menselijke natuur en tekortkomingen, en baseert zich niet alleen op zijn analytisch met veel academische kennis geschraagd vermogen. Abicht mag dan van de linkse kant zijn, hij is ook een zachte anarchist. Hij is idealistisch vanuit een oprecht ethisch en sociaal engagement maar doet aan zelfkritiek en brengt - vooral bij de linkse beweging - ideeën aan om dit ook te doen. Hij laat je op een niet vrijblijvende manier verschillende kanten van zijn verhaal zien in dit testament en appelleert aan de lezer. 

De éminence grise die Abicht is, hield op 87-jarige leeftijd in dec 2023 zijn afscheidscollege op de UA, en is altijd populair gebleven bij zijn vele (ex-)studenten en collega’s door zijn enorme toewijding. 


Titel: Na de Groote avond. Kan empathie de wereld redden?
Auteur: Ludo Abicht
Uitgever: Ertsberg
Jaar: 2024


--- Je reactie wordt pas zichtbaar nadat ik ze heb goedgekeurd. Your reaction will become visible after I will have approved it. Votre réaction devient visible après que je l'aurai approuvée.

10 februari 2025

Alleen de warme dagen waren echt - Rob van Essen

Herkenbare en luchtige poëzie, mét tips om in Brussel rond te wandelen 


De prijzen winnende en sinds een paar jaar voor mij bekender geworden Nederlandse auteur (en literatuurcriticus) Rob van Essen debuteerde in 2023 met deze gedichtenbundel. In voetbaltermen werd hij recentelijk "overgekocht" door Das Mag van Atlas Contact. Tot spijt van wie 't benijdt... 


Deze bundel las ik nu pas. Volgens de ene recensent deed hij dat blijkbaar al wat beter dan volgens de andere.



Alleen de warme dagen waren echt - Rob van Essen cover


En volgens mij deed hij dit erg goed. Een eigen originele stijl, de meestal herkenbare dagelijkse beelden, absurde scènes, vaak grappig, en bijna altijd een hoek eraf, een standpunt dat wordt omgedraaid... De bundel leest vlot en blijft eerder luchtig. Een tweede lezing moet nog gebeuren.


Poëzie hoeft niet altijd serieus te zijn voor mij: als ik een gedicht goed vind, is dat omdat het iets met me doet. En als het lachen je vergaat door de wereld van buitenaf, mag je dat ook in poëzie of bv. slam poetry vinden, toch? (Wat relativeren heeft nog niemand kwaad gedaan af en toe.)

Het is ook tof om er namen van plaatsen uit het Brusselse tegen te komen, het Dudenpark bijvoorbeeld. Dat lijkt me nog wel een plek om eens rond te wandelen als er weer warmere dagen aankomen. Dan zou ik er graag die Boom der Wijzen vinden.


Op een winterdag in het Dudenpark
onder de Boom der Wijzen maakte ik een foto van L.
een passant vroeg of ik wist wat voor boom het was
nee, zei ik
het is de Boom der Wijzen, zei de passant
ach, zei ik, eigenlijk had ik dus zo moeten beginnen:
onder een boom waarvan ik de naam niet wist
maakte ik een foto van L.
ja, zei de passant, dat was inderdaad beter geweest
daarna liep hij door
voor de zekerheid maakte ik nog een foto van L.
nu wel degelijk onder de Boom der Wijzen


Titel: Alleen de warme dagen waren echt
Auteur: Rob van Essen
Uitgever: Atlas Contact
Jaar: 2023


--- Je reactie wordt pas zichtbaar nadat ik ze heb goedgekeurd. Your reaction will become visible after I will have approved it. Votre réaction devient visible après que je l'aurai approuvée.

26 januari 2025

Feest van het begin - Joke van Leeuwen

Een historische roman met heel wat inzichten


Joke van Leeuwen schreef deze roman in 2012 waarmee ze de AKO-Literatuurprijs won, de voorloper van de huidige Nederlandse Boekenbon Literatuurprijs.

Boekcover Feest van het begin

In ‘Feest van het begin’ leer je de vondelinge Catho kennen die op autoritaire wijze in een klooster wordt grootgebracht. Op een gegeven moment komt ook de jonge novice Berthe in het klooster aangewaaid, die voor haar rijke familie te rebels bleek te zijn. Zij trekt zich het lot van de gepeste Catho aan, ontfermt zich over haar, en leert haar stiekem lezen en schrijven.

Via de straten worden er geruchten opgevangen dat er verzet groeit tegen de koning en zijn gevolg. Zonder enig gebruik van tijdsaanduidingen of plaatsnamen, merk je dat je je in de tijd van de Franse revolutie bevindt, en dat je je in de straten van Parijs begeeft. Waar kranten beginnen verkocht te worden, waar meer mensen inderdaad leren lezen en kritischer te denken. Niet alleen in het rijke chique deel dat dan tot de elite behoort, maar ook in de vuile straten van de armere wijken waar gewone mensen trachten te overleven. Waar werkenden meer en meer zien dat zij uitgebuit worden en dat er iets moet veranderen. Parijs was toen één van de meest bevolkte steden ter wereld. De Bastille en het paleis van Versailles worden bestormd.

Net zoals Catho en Berthe een tandem symboliseren waarin de grenzen tussen arm en rijk overbrugt worden en naar elkaar toe groeien, vinden elders in Parijs een Duitse pianoforte-bouwer, Tobias, en de beul van Parijs, Charles, elkaar in hun gemeenschappelijke liefde voor de muziek. Tobias is technisch begaafd en handig aangelegd. Samen met Charles zal hij de grondlegger zijn van de zogezegde verbetering om op de beschuldigden die bij Charles opgevoerd worden, de doodstraf toe te passen en die in latere tijden nog vele andere slachtoffers zal doen vallen: de guillotine. Charles heeft het idee aangevoerd en de plannen die al prematuur zijn uitgetekend, Tobias zal ze verfijnen en uitvoeren. Echter is het motto van het boek: Weest gelukkig, want jullie zijn niet schuldig. Tobias kan er niets aan doen, hij wil zijn zachtaardige lieve vrouw Gisèle, een dochter uit een rijkere familie, gewoon het leven gunnen dat ze gewoon is. Als Duitser was hij al niet populair in zijn buurt, zich verder compromitteren maakt daarom op hem ook minder indruk. (Beide personages zijn gebaseerd op notities van Charles-Henry Sanson uit Mémoires des Sanson van Henry Sanson uit 1862.)

Catho en Berthe worden op hun beurt door het klooster hardhandig uit elkaar gedreven, en moeten elk op hun manier zien te overleven in een nieuwe realiteit die voordien ondenkbaar was. En dat doen ze alle twee, want geluk ligt niet in het hebben van geld maar in de ambitie om het beter te hebben, verder te groeien. Beiden zijn op hun manier ook een voorbeeld in de strijd voor economische afhankelijkheid en meer rechten voor de vrouw in het begin van die Franse revolutie. Joke van Leeuwen is altijd al feministe geweest, al van voor deze term bestond. En ondanks de waarden van de broederlijkheid en zusterlijkheid, de vrijheid en de gelijkheid, is de positie van de vrouw er toen niet op verbeterd.

Joke van Leeuwen mag dit boek dan wel vaag hebben gehouden zonder al te veel details, haar beschrijvingen zijn dat allesbehalve en haar taal is zo poëtisch als mag verwacht worden van een pur sang dichteres. Op de eerste bladzijde bevind je je al in een waas van kleuren en vooral ook geuren. Eigenlijk is deze historische roman op maat van adolescenten gemaakt, zit er een wat naïeve kant aan het verhaal door zaken waar haar personages niet van af weten weg te laten, en heeft het ook elementen van een sprookje in zich: de personages hebben ondanks de vele tegenslagen steeds opnieuw kansen op het geluk, de hoop blijft.

Het boek voelt wat aan als Dickensiaans, omdat gewone mensen met een krachtige persoonlijkheid vanuit armoede en miserabele toestanden op eigen benen leren staan. Dit verhaal over zware tijden is daardoor eerder een licht dan een zwaar boek geworden. Het boek leest gewoon heel vlot ook al zijn er soms moeilijke tijdssprongen en perspectiefwisselingen. En hoewel sommige zinnen nogal lang zijn, vind je nergens hoogdravende taal of moeilijke termen.

Ook laat de schrijfster de lezer toe de emoties van de personages zelf in te vullen. Zij brengt het verhaal en de beschrijvingen aan, maar beschrijft consequent de gevoelens van haar personages niet doorheen het hele boek.

De beschrijving van de Franse revolutie in dit boek, en het vieren van het begin en de samenhorigheid die de opstanden teweegbrengen, zou in deze tijden kunnen opgaan voor bijvoorbeeld Syrië, dat zich net bevrijd heeft van het decennialange regime van de Assads. En een aantal jaren geleden ook voor de Arabische revoluties in een aantal andere landen in het Midden-Oosten. In Iran is de stem van de bevolking nog steeds te horen, denk aan de vrouwen die zich verzetten tegen de strenge sjiitische kledingvoorschriften ondanks de zware straffen vanwege het Iraanse autoritaire regime. Ook op dit vlak is dit een interessant boek voor schoolgaande jeugd om parallellen met onze tijd te zoeken. De verbinding die de personages in dit boek bij elkaar vinden, is alvast iets om ons aan op te trekken in onzekere en bange tijden.

Met dank aan: Karakter leesclub, Merksem

Titel: Feest van het begin
Auteur: Joke van Leeuwen
Uitgever: Querido
Jaar: 2012

--- Je reactie wordt pas zichtbaar nadat ik ze heb goedgekeurd. Your reaction will become visible after I will have approved it. Votre réaction devient visible après que je l'aurai approuvée.

01 januari 2025

Gelezen september - december 2024

In september en oktober kreeg ik jammer genoeg niets uit gelezen. Hier volgt dan ook de erg summiere gelezen boeken-lijst van het afgelopen trimester.  Vier van de vijf titels waren wel prachtboeken. 


covers gelezen boeken


Kairos - Jenny Erpenbeck: Ik heb dit boek in het Duits gelezen ongeveer vanaf eind augustus tot en met eind oktober. Ik besprak dit al half gelezen met mijn lokale boekenclub half september, en schreef er nadat ik het had uitgelezen ook een stukje over. 

Lampje - Annet Schaap: Een klassiek geworden kinderboek voor lezers vanaf 8 jaar, ook met prachtige illustraties van schrijfster en illustratrice Annet Schaap. Ik heb dit boek besproken met mijn lokale boekenclub half november. Het was een magische leesbeleving

De Zieners - Sulaiman Addonia: Dit boek had ik half september al gekocht, en kwam aan de beurt half november. Een prachtig indrukwekkend verhaal dat zich in Londen afspeelt. Lees meer hier

The Dubliners - James Joyce: Enkele maanden geleden las ik al het korte verhaal De doden dat deel uitmaakt van deze bekende verhalenbundel van deze grote Ierse schrijver, die leefde van 1882 tot en met 1941 (gestorven in Zürich). In de verhalen in The Dubliners schetst hij op een magistrale wijze de dagelijkse belevenissen van verschillende personages van de Ierse hoofdstad waar hij geboren en getogen is in zeer korte verhalen. Heerlijke bundel! 

De omwenteling - Sanne Huysmans: Dit geschenkenboekje van de Confituur-boekhandels gaat over een man die verlaten is door zijn vriendin. Hij sluit dan maar vriendschap met het konijn dat ze heeft achtergelaten. Tot dat konijn ook in het wild ontsnapt in een poging van hem het beest in een kooi mee naar buiten te nemen. Een deel observaties worden ook door de oogjes van het konijn verteld. Nogal vreemd allemaal, en niet echt om te onthouden. Bwah...


--- Je reactie wordt pas zichtbaar nadat ik ze heb goedgekeurd. Your reaction will become visible after I will have approved it. Votre réaction devient visible après que je l'aurai approuvée.

Populaire blogs