Een complexe en lyrische tour de force over willekeur en toeval
Achtergrond: de Centraal- en Oost-Europese geschiedenis
In Aller Tage Abend wordt een kind geboren in de buurt van
Brody (het huidige Oekraïense Lviv), in het toenmalige Galicië (Polen-Oekraïne)
in de Oostenrijks-Hongaarse republiek. Dat gebied waar tot na W.O. I vele ‘Oostjoden’
woonden*, en ook meesterlijk neergezet door de grote Joseph Roth in o.a. zijn klassieker
Radetzkymars, is de eerste setting waarin de baby van een joodse moeder en een katholieke
vader al snel sterft. Maar wat als… de moeder of de vader ’s nachts het raam
had opengerukt, een handvol sneeuw van de vensterbank gegrist en onder het hemd
van het kind gestopt, dan was het meisje misschien opeens weer gaan ademen. Hoe
zou haar leven dan zijn verlopen?
In vijf delen probeert Jenny Erpenbeck te beschrijven hoe het
leven van dit meisje/deze vrouw er had kunnen uitzien als er zich willekeurige
andere voorvallen hadden voorgedaan doorheen een groot stuk wereldgeschiedenis.
Zo neemt Erpenbeck je mee van Galicië via Wenen in de vroege 20ste
eeuw naar het door communisme doordrongen Moskou tot in het Berlijn van voor en
nà de val van de Muur. Zo wordt deze roman gekaderd in de ganse 20ste
eeuw in dit centraal-oostelijke deel van Europa.
De chronologische draad doorheen het leven van het grotendeels
anoniem gehouden ‘maidele’ wordt telkens onderbroken bij een vroegtijdige dood,
maar afgewisseld door een aantal intermezzo’s waarin het toeval wordt
onderzocht en een andere weg wordt ingeslagen waardoor het personage dan verder
leeft, ook aangehouden in de volgende delen. Dat geeft toch een bepaalde
houvast aan het verhaal. Van jong meisje groeit het personage op tot oudere
vrouw, waarbij je je als lezer kan afvragen of dit leven vol grote geschiedenissen
werkelijk door een onheldhaftige natuurlijke dood in een rusthuis zou moeten
eindigen. In de laatste twee delen laat ze een zoon na, die voelt dat hij
verhalen in zich draagt van zijn verleden die hij niet kent:
“Frei ist er, doppelt frei, in seinem Innern trägt er als ein groẞes schwarzes Land all die Geschichten, die seine Mutter ihm nicht erzählt oder verschwiegen hat, mit sich herum, trägt vielleicht sogar diejenigen Geschichten, die nicht einmal seine Mutter wusste oder in Erfahrung gebracht hat, mit sich herum, kann sie nicht loswerden, aber sie auch niet verlieren, weil er sie gar nicht kennt, weil all das in ihm gegraben ist, weil er mit Innenraümen, die ihm nicht gehören, schon aus seiner Mutter geschlüpfft ist und sein eigenes Inneres nicht anschauen kann.”
Ook zijn die laatste delen onmisbaar om de draden van haar
levensloop aan elkaar te weven, haar leven te kunnen overschouwen. De mannen rondom
haar waren altijd afwezig, de verschillende vrouwen die de lezer heeft leren
kennen, zetten lijf en leden in een overlevingsstrijd in voor zichzelf en hun
kroost, het is een fragmentair maar erg compleet verhaal. De lyrische
schrijfstijl en de complexe opbouw maken dit tot een bijzonder rijk maar ook
zwaar boek, zeker als je het dan nog eens in het Duits leest. Er zit veel
verdriet maar ook schoonheid in en aan het einde een grote ontroering die qua
sentimentaliteit wat in contrast staat met de andere delen en een zekere lotsbeschikking
en gelatenheid in zich dragen.
Dit is een boek waarover ik meer dan drie weken deed,
gelukkig niet aan één stuk door. Wie weet toch de moeite waard om het nog eens
in het Nederlands te lezen voor een groter begrip. Elly Schippers stond in voor
de vertaling die ik niet kan beoordelen, maar in de Nederlandse titel komt
alvast een van de motieven terug van het boek, in plaats van de Duitse
uitdrukking die vertaald maar de helft van de betekenis zou kunnen omvatten.
*Van deze ‘Ostjuden’ emigreerden er ongeveer tweehonderdduizend nà
W.O. I naar de VS, diegenen die achterbleven, trokken naar Berlijn en Wenen en
werden toen W.O. II uitbrak, naar de concentratiekampen gedeporteerd.
Uitgever: Verlagsgruppe Random House – Albrecht Knaus Verlag
Geen opmerkingen:
Een reactie posten